Editoriaal / De perfecte storm

Op het ogenblik dat ik deze Vooraf schrijf, had ik eigenlijk op het autosalon van Genève moeten rondwandelen. Het coronavirus heeft daar echter een stokje voor gestoken: terwijl de organisatoren op woensdag 26 februari nog vol vertrouwen verkondigden dat de show zou doorgaan, kregen ze vrijdag de 28e te horen dat de Zwitserse Federale Raad alle evenementen met meer dan 1.000 personen had verboden tot minstens 15 maart. Geen salon van Genève dus, een stevige aderlating voor zowel de organisatoren als de grote merken die er exposeerden, maar misschien wel levensbedreigend voor de kleinere, ambachtelijke constructeurs. Zij hangen voor hun overleven dikwijls af van hun aanwezigheid in Genève en investeren er dan ook heel wat van hun kapitaal. Maar als we wat verder kijken, dan zien we dat het afgelasten van Genève eigenlijk het eerste culminatiepunt is (weliswaar vervroegd, door het coronavirus) van de perfecte storm die op de auto-industrie afstevent. Al jaren zijn zowat alle constructeurs al hun geld bij elkaar aan het schrapen en de broeksriem aan het aanhalen om de vele investeringen te kunnen financieren die leiden naar de elektrificering en (later) naar de autonoom rijdende, hypergeconnecteerde auto. Om geld in het laatje te krijgen moeten autobouwers dus enerzijds zoveel mogelijk van de huidige modellen met brandstofmotor zien te verkopen – liefst met aardig wat winstmarge – terwijl ze anderzijds toch ook snel heel wat geëlektrificeerde modellen aan de man moeten brengen om geen reusachtige CO2-emissieboetes door de Europese Unie opgelegd te krijgen. Een catch 22-situatie waarmee heel wat constructeurs het erg moeilijk hebben. Dat was de situatie vóór het coronavirus. De impact van deze griepvariant op de autosector kan eigenlijk nauwelijks overschat worden, net omdat het virus in ‘autoland’ China uitbrak. Niet alleen ligt de Chinese automarkt nagenoeg helemaal plat, maar in China worden ook heel wat onderdelen geproduceerd voor de volledige wereldwijde auto-industrie, het meest nog componenten voor elektrische auto’s (in eerste instantie batterijen). Nu het virus zich langzaam over de hele wereld verspreidt (en in China hopelijk blijkt af te nemen), zal dat waarschijnlijk ook zijn weerslag hebben op de verkoop buiten China, zeker nu de beurzen uiteindelijk ook nog eens paniekerig hebben gereageerd. Net op het moment dus dat de constructeurs alle geld dat binnenkomt dringend kunnen gebruiken, valt de verkoop gedeeltelijk terug of stil. Laat me ondanks al die onheilstijding toch nog met een positieve noot besluiten. Veel was er in Genève niet te zien, of toch: de bekendmaking van de Auto van het Jaar 2020. Dat is de Peugeot 208 geworden. Opmerkelijk was dat doorheen de stemming van de 60 Europese juryleden uit 23 landen geen duidelijke scheiding meer liep wat elektrische aandrijving betreft tussen noord en zuid of oost en west – runner-up Tesla Model 3 scoorde zelfs de meeste eerste plaatsen, maar de 208 kreeg meer punten van iedereen. Dat hij ook een betaalbare, elektrische variant aanbiedt, heeft in dezen zeker meegespeeld.