Editoriaal / Het einde van de dieselmotor

De hele VW-dieselgate was nauwelijks een feit of allerlei (on)heilsprofeten begonnen het einde van de zelfontbrander al te voorspellen. Het voorlopige culminatiepunt voor die zwartkijkers was de (blijkbaar erg voorbarige) mededeling dat Toyota zou stoppen met de ontwikkeling van dieselmotoren om zich toe te spitsen op andere aandrijftechnologieën.

Koele minnaar

Nu is het natuurlijk een feit dat Toyota als Japanse constructeur altijd al een beetje een koele minnaar geweest is van de diesel: je zult in Tokio geen Toyota Crown-taxi betrappen op het uitstoten van dieselrook, want die rijden allemaal op gas. Het debacle van de Lexus IS 220d enkel jaren terug heeft dat gebrek aan enthousiasme zeker geen goed gedaan. Door de vooruitstrevende D-CAT-diesel onder de kap van hun compacte vierdeurs te monteren dachten de Japanners BMW en co wel eens de oren te gaan wassen, tot de pers – ook wij bij AutoGids – op ontluisterende prestatiecijfers stuitte. De recente bevindingen werpen trouwens een nieuw licht op die Japanse ‘afgang’: omdat die D-CAT-diesels in de eerste plaats afgesteld waren om zo schoon mogelijk te zijn, zouden ze in de meeste omstandigheden nooit de prestaties hebben gehaald (177 pk was toen nog echt indrukwekkend) die ze theoretisch beloofden. 

Voortaan BMW-motoren

Daaruit nu besluiten dat Toyota de hele dieselmotor laat vallen, is wel heel kort door de bocht. We mogen niet vergeten dat Toyota onrechtstreeks (via Hino) ook vrachtwagens bouwt en die rijden over de hele wereld (ook in Japan) hoofdzakelijk op diesel. Aan de andere kant is het belang (in absolute cijfers) dat Toyota moet hechten aan de dieselmotor, lang zo groot niet als bij sommige (Europese) concurrenten, om de eenvoudige reden dat ’s werelds nummer één minder afhankelijk is van de Europese markt om zijn verkoop op peil te houden. Vandaar dat Toyota op het Oude Continent nu ook een beroep doet op BMW-motoren om zijn modellen aan te drijven. “If you can’t beat them, join them”, zullen de Japanners gedacht hebben.

Nog geen zwanenzang

Voor het overige denken we dat de dieselmotor niet zomaar van vandaag op morgen uit ons straatbeeld zal verdwijnen. Wel mogen we verwachten dat de krachtbron in personenwagens stilaan aan belang zal verliezen, maar bij de bedrijfs- en vrachtwagens blijft hij voorlopig incontournable. Merkwaardig toch dat een continent als Noord-Amerika, waar de diesel bij uitstek zijn troeven zou kunnen uitspelen (op de lange afstanden over de interstates), zijn afkeer voor die brandstof blijft cultiveren, terwijl in Europa, waar de afstanden (doorgaans) veel korter zijn en het verkeer veel hortender verloopt, de diesel haast alleenheerser werd. Dat zal de volgende jaren dus verschuiven, maar Rudolf Diesels oogappel heeft zijn zwanenzang nog niet ingezet. Niets gebeurt ooit zo snel als sommigen wel zouden willen. Soms is dat spijtig, dikwijls is dat realistisch.