De door de voorstanders altijd een beetje onderschatte en door de tegenstanders stelselmatig overschatte invloed van de autolobby lijkt tanende. Redenen zijn er genoeg, van Dieselgate (waarvan de gevolgen nog altijd niet helemaal te overzien zijn) tot de irriterende want vaak hautaine houding van sommige autobonzen tegenover overheden en politici. Deze laatsten – niet altijd geholpen door een grote kennis van zaken – slaan nu terug en stellen voorwaarden en leggen zelfs technologieën op waarmee niet iedereen binnen die autosector akkoord kan (of wil) gaan.
In elk geval lijkt het erop dat het vanaf nu afgelopen is om ingrijpender maatregelen en normen op de lange baan te schuiven: door altijd maar te klagen dat ze zoiets niet aankan, en ondertussen het ene na het andere vertragingsmanoeuvre uit te voeren, heeft diezelfde industrie de politici tot de vlucht vooruit gedreven, opgejaagd als die beleidsmakers zijn door weinig rooskleurige vervuilingsstatistieken. En door een achterban die langzaam maar zeker groener wordt, een trend die we zien binnen alle partijen.
Op die manier heeft de auto-industrie voor een deel zelf in de hand gewerkt dat de overheden nu niet enkel meer normen stellen, maar ook de te volgen technische weg min of meer opleggen, meer bepaald de elektrische. Op die manier zijn de meeste constructeurs aan een flinke inhaalbeweging begonnen en hebben ze voor de volgende jaren een echte waterval aan elektrische of hybride modellen in de pijplijn zitten. Beter laat dan nooit...
Jammer genoeg blijkt de consument in vele landen daar nog niet echt warm voor te lopen. De redenen daarvoor hebben we al in menig artikel en standpunt aangehaald: de hoge prijs, de beperkte actieradius, het gebrek aan keuze, enzovoort. Een van de breekpunten voor heel wat consumenten is dus nog altijd dat rijbereik, terwijl het dagelijkse gebruik van hun voertuig telkens weer aantoont dat de meeste mensen perfect zouden kunnen functioneren met de actieradius die de elektrische auto op dit moment biedt. Maar vanwege een mogelijk sporadisch gebruik over een (veel) langere afstand, wordt de aankoop van een elektrische auto uitgesteld of afgewezen.
De reactie van de constructeurs daarop is die elektrische auto tjokvol (dure) batterijen te steken om een ‘aanvaardbaar’ rijbereik te kunnen aanbieden... waardoor de elektrische auto er qua rendement in feite op achteruitgaat (veel hoger gewicht) en zijn prijs niet competitief is. Met als gevolg dat constructeurs zich voor een dilemma gesteld zien: overtuigen ze de klanten dat het huidige rijbereik van ongeveer 250 kilometer eigenlijk in grote mate voldoende is voor hun verplaatsingsbehoeften? Of steken ze in elke auto minstens het dubbele aan batterijen, wat tegelijkertijd duur is én milieuonvriendelijk (op het gebied van grondstoffen en recyclage)? Ik hoef u niet te zeggen dat ze voor de lucratievere tweede oplossing zullen kiezen… Vroeg of laat betalen de consument en de natuur dus toch weer de rekening.
BLIJF OP DE HOOGTE VAN HET LAATSTE AUTONIEUWS!
Nieuwe modellen, tests, advies, exclusieve evenementen! Het is gratis!