Als er in de autosector over een luxeprobleem wordt gesproken, gaat het meestal over het feit dat de productie de vraag niet kan volgen. Vandaag willen we het hier hebben over een écht probleem waarmee steeds meer luxemerken te kampen hebben. Bij die merken denken we dan in eerste instantie aan de Duitse drievuldigheid Audi/BMW/Mercedes, maar ook aan merken zoals Jaguar en Land Rover en dergelijke. In 2021 moeten namelijk ook zij zich (in Europa) plooien naar een gemiddelde vlootuitstoot van 95 g CO2/km, zo niet liggen er monsterboetes in het vooruitzicht. En tegen 2030 moet die gezamenlijke uitstoot nog eens met bijna 40 procent naar beneden.
Op dit ogenblik kunnen die doelstellingen alleen maar worden gehaald (of op zijn minst benaderd) door een doorgedreven elektrificering van het hele modellenaanbod door te voeren. Van al die luxeconstructeurs horen we dan ook om de haverklap ronkende verklaringen over het grote aantal volledig elektrische of (plug-in)hybride modellen dat ze tegen 2025 op de markt willen hebben. Stelselmatig wordt daarbij het aantal elektrische modellen hoger ingeschat en wordt de tijdslimiet ingekort. Tot onrealistische proporties?
In elk geval is het duidelijk dat BMW veel tijd heeft verloren door na de (relatieve) kater van de i3/i8 (waarvan de verkoop tegenviel) de elektrische investeringen een tijdje on hold te zetten, zodat ze in München nu voor een inhaalrace staan – terwijl BMW toch een van de pioniers was. De introductie van Mercedes’ eerste EQ-model, de EQC, loopt ook niet helemaal van een leien dakje en Audi’s e-Tron worstelt eveneens met kinderziekten. Bij Jaguar Land Rover is er dan wel de I-Pace, maar daarnaast zijn er nauwelijks hybride of elektrische modellen, terwijl hun belangrijke dieselmarkt voor een deel is ingestort.
De financiële resultaten zijn een beetje navenant. Al deze merken hebben winstwaarschuwingen de wereld moeten insturen, Jaguar Land Rover boekte zelfs forse verliezen. Allemaal hebben ze grote besparingsprogramma’s op het getouw gezet, maar tegelijkertijd moeten ze enorm investeren om niet helemaal achterop te raken in de elektrische rat race. Vandaar dat het onvoorstelbare lijkt te gebeuren: gezworen concurrenten slaan plots de handen in elkaar voor investeringen in de toekomst. Gewoon omdat de kosten zo hoog zijn en de baten nog onduidelijk zijn. En dus werken er nu merken samen waarvan je dat een paar jaar terug nooit verwacht zou hebben – en zijzelf trouwens ook niet (Daimler en BMW bijvoorbeeld).
In elk geval zal de markt flink worden opgeschud. Hoe de zekerheden van vroeger de technologische transitie zullen verwerken, is moeilijk te voorspellen; hoe snel de markt zal evolueren/volgen evenmin. Dat maakt deze era zo interessant, maar in beurskringen is het op dit ogenblik zeker niet bon ton om op autoconstructeurs in te zetten. Net nu ze het allemaal zo nodig hebben. Ook de luxewereld kan hard zijn.
BLIJF OP DE HOOGTE VAN HET LAATSTE AUTONIEUWS!
Nieuwe modellen, tests, advies, exclusieve evenementen! Het is gratis!