Kleine quizvraag: wat hebben de BMW 545e en de Peugeot 508 PSE met elkaar gemeen? Bijdehante slimmeriken die onze cover goed bekeken hebben, zullen antwoorden dat ze allebei in dit nummer getest worden, maar dat is vooral toeval. Neen, hun gelijkenis gaat verder dan dat en reikt tot op een fundamenteler niveau: allebei proberen ze ouderwets rijplezier te verzoenen met een lage CO2-uitstoot, door terug te grijpen naar plug-inhybridetechnologie. En niet alleen BMW en Peugeot hangen hun sportief georiënteerde modellen aan de stekker, het gaat om een veralgemeende trend. Tot zelfs op het hoogste niveau, getuige de eveneens in dit nummer voorgestelde McLaren Artura – niet de eerste oplaadbare McLaren, wel de eerste waarvan de productie niet gelimiteerd is.
De verklaring achter al die plug-inhybride sportievelingen is niet ver te zoeken: de CO2-quota die Europa de autobouwers oplegt, zullen de komende jaren alleen nog maar strenger worden. Om boetes te vermijden kunnen constructeurs grote brandstofverslinders dus missen als kiespijn. En daar komt die plug-inhybride om de hoek kijken, want als die krachtige bolide tijdens de homologatiecyclus gezapig op batterijkracht kan tuffen, blijft zijn normuitstoot natuurlijk verwaarloosbaar. Zo kan van de nood een deugd worden gemaakt en wordt elke verkochte sportieveling zowaar een welkome bondgenoot in het hele CO2-verhaal.
Bij Peugeot laten ze in elk geval al verstaan dat er geen klassieke GTi’s meer zullen volgen, maar dat alleen volledig elektrische of plug-inhybride modellen nog in aanmerking zullen komen voor een sportieve afgeleide, onder de noemer PSE. Daarmee is deze 508 PSE de voorbode van een fenomeen dat onherroepelijk op ons afkomt – en sneller dan velen allicht denken: in afwachting van puur elektrische varianten gaat de plug-inhybride de volgende jaren de versies met enkel een klassieke verbrandingsmotor nagenoeg compleet verdringen, ook in gewone auto’s.
Als autokoper gaan we die omslag voelen waar het het meeste pijn doet: in onze portemonnee. Want terwijl de meerprijs van een plug-inversie voor die krachtige modellen nog relatief beperkt blijft, is dat toch wat anders in het geval van de auto voor de (particuliere) man of vrouw in de straat. Om u een idee te geven: zelfs de minst dure plug-inhybride op de markt, de Renault Captur E-Tech, kost minstens 33.000 euro – of 7.000 euro meer dan een bijna even krachtige versie met enkel een benzinemotor. Die batterij heeft nu eenmaal haar prijs...
Zeker mainstreamconstructeurs die minder kunnen terugvallen op hun fleetverkoop (lang leve de fiscale aftrekbaarheid…), zijn daarom nog niet uit de gevarenzone. Op korte termijn kunnen ze misschien de Europese CO2-boetes ontwijken door hun gamma maximaal te elektrificeren, maar door de prijsstijging die daaraan vasthangt, zou de markt voor nieuwe auto’s wel eens onder druk kunnen komen te staan. Of hoe een eigen auto (opnieuw) een privilege dreigt te worden...
BLIJF OP DE HOOGTE VAN HET LAATSTE AUTONIEUWS!
Nieuwe modellen, tests, advies, exclusieve evenementen! Het is gratis!