De Internationale Automobil Ausstellung (IAA) in Frankfurt blijft groot in oppervlakte, maar wil ook altijd groots zijn, aangestuurd door de Duitse grote drie die hier voor eigen publiek een tweejaarlijks statement willen maken dat kan tellen. En toch was het deze keer niet louter groots. Er sluimerde iets en als je wat dieper groef, stootte je op… onrust, een algemeen gevoel van onbehagen.
Er waren signalen: Audi, dat voor het eerst in jaren geen eigen, grandioos paleis installeerde op het grote binnenplein voor hal 3, maar mee introk in die hal, samen met alle andere merken van de Volkswagen-groep. Als een soort boetedoening voor Diesel- en andere gates?
Dan was er natuurlijk de afwezigheid van een aantal merken. Volvo op kop, maar ook bijna de hele Fiat-groep, Nissan en Mitsubishi, Peugeot en DS, Aston Martin en anderen. Zij twijfelen aan het nut van hun aanwezigheid in het financiële hart van Duitsland als ze echt niks wereldschokkends te tonen hebben.
Er viel uiteraard toch nog veel nieuws te rapen: Renault trok verfrissend de aandacht met zijn huis en de bijbehorende conceptcar (zie pagina 24 in dit nummer), verschillende Chinezen zoals Wey (Great Wall), Chery, Foton (met Borgward) en Thunder Power toonden hun nieuwe producten, die er tegenwoordig verre van belachelijk uitzien. Op zowat elke stand werd je overspoeld met een of meer nieuwe, elektrisch aangedreven modellen of prototypes ervan, met de stellige belofte dat er more to come is. De grote Duitse drie toonden hun technologische kunnen in alle richtingen, tuners en carrossiers zetten ten slotte hun beste beentje voor om de kapitaalkrachtige Duitse bezoeker te verleiden.
Maar er knaagde iets. Als we een aantal CEO’s die we spraken, mogen geloven, staat de auto-industrie voor een kantelpunt. Er zich van bewust dat ze het zelf voor een stuk geprovoceerd hebben (Dieselgate en dergelijke), constateren deze bedrijfsleiders dat de regelgevende overheid het roer heeft omgegooid. Terwijl vroeger voldaan moest worden aan de normen, op om het even welke (uiteraard legale) manier, zien we nu dat die overheid zelf de te kiezen weg uitstippelt. En die zal zo te zien elektrisch zijn, wat er ook moge gebeuren.
Op die manier wordt de wetenschappelijke verantwoordelijkheid voor een schonere omgeving overgeheveld van de R&D-centra van de constructeurs naar de regulerende overheid. Met als achterliggende vraag: als er in de toekomst (nabij of ver) hindernissen opdoemen die aantonen dat het elektrische verhaal niet louter positief is/kan zijn, wie zal dan de verantwoordelijkheid dragen? Waarschijnlijk niet de politici, die zoals gewoonlijk hun handen in onschuld/onwetendheid zullen wassen en grote verontwaardiging zullen veinzen. Het zullen de (nu al ietwat ontredderde?) constructeurs zijn, die zonder twijfel het ultieme reddingsplan zullen doorfactureren naar de gebruikers. U en ik dus. Meer dan een reden om ongerust te zijn...
BLIJF OP DE HOOGTE VAN HET LAATSTE AUTONIEUWS!
Nieuwe modellen, tests, advies, exclusieve evenementen! Het is gratis!