Zich aanmelden

Met Facebook aanmelden

of

Uw informatie is niet correct.
Ik meld me aan Wachtwoord vergeten?
Er is geen Facebook-account verbonden aan de website, schrijf u in.

Wachtwoord vergeten?

×
Mijn wachtwoord opnieuw instellen
Je ontvangt een e-mail voor het instellen van een nieuw wachtwoord.
Geen account gekoppeld aan dit e-mailadres

Nog geen account?
SCHRIJF JE GRATIS IN.

Editoriaal / Paradox

Geschreven door Tony Verhelle op 07-11-2018

Waarom moet het voor de auto’s waarin we ons gewoon verplaatsen, altijd maar meer zijn?

In dit nummer kunt u een verslag lezen van mijn belevenissen tijdens het weekend van de Zoute Grand Prix (begin oktober) met een van de meest impressionante auto’s ooit gemaakt, de Mercedes 300 SL ‘Flügeltür’. Hoe dat is meegevallen, leest u vanaf pagina 88, maar mijn ervaringen hebben me ook aan het denken gezet. De confrontatie met een auto die begin jaren ‘50 zo vooruitstrevend was dat hij op sommige vlakken ook nu nog zijn mannetje kan staan, was overweldigend. Tegelijk kon ik ook vaststellen hoezeer de automobiel er in al die jaren op vooruitgegaan is, door mijn rit op zondag in een van zijn spirituele opvolgers, een AMG-product van datzelfde Mercedes.

De 300 SL imponeerde met zijn gretigheid, zijn grinta, zijn veercomfort ook, maar het was wel vechten achter het onbekrachtigde stuur, en het was zeker oppassen met iets wat in de verte op remmen leek, en we best met de mantel der liefde kunnen bedekken onder de noemer ‘vertragers’. Het was echter een ongelooflijke ervaring, fysiek uitdagend (op het einde was het ook 42 graden Celsius in de cockpit), maar mentaal enorm verrijkend. 

Een moderne sportieveling als de AMG C 63 S is nog oneindig veel performanter dan die legendarische 300 SL, en is daarnaast ook voorzien van een hele resem rijhulpmiddelen die moeten helpen al dat geweld in toom te houden. Want ondanks al die elektronica en die ‘bewaarengelen’ kan een auto met zo’n 600 pk op de achterwielen ook bijten voor wie niet oppast. Natuurlijk moet je dan al ver gaan, maar dicht bij de limiet vergt ook deze moderne bolide een geoefende hand. En zelfs die kan slechts het onderste uit de kan halen op een afgesloten circuit, zonder andere weggebruikers en zonder limieten, tenzij de fysische grenzen.

Al mijmerend over het grote verschil tussen beide voornoemde auto’s stootte ik dan ook op een grote paradox: om je als autoliefhebber te amuseren met een moderne sportwagen zoals je dat binnen de limieten en snelheidsbeperkingen van ons huidige wegennet kunt met die oude, moet je eigenlijk altijd het (afgesloten) circuit op. Niet alleen liggen de grenzen van de moderne auto zoveel verder, ook de bestuurder die beslagen genoeg is om de limieten van zo’n modern rijwonder te kunnen opzoeken, kan dat niet ongestraft doen op de openbare weg. De potentiële snelheden liggen tegenwoordig zo hoog dat ook de meest begaafde bestuurder zich binnen de kortste keren zonder rijbewijs of zelfs ‘geïnterneerd’ ziet als hij zijn rijplezier op de openbare weg wil gaan zoeken.

Stelt zich de logische vraag waarom het voor de auto’s waarin we ons gewoon verplaatsen, altijd maar meer moet zijn. Steeds vaker horen we op presentaties ook ingenieurs en testrijders zeggen dat de ‘middenmoter’ in het gamma eigenlijk de aangenaamste is. Waarom dan die blijvende honger naar meer power? Om mee te pronken op de oprit of aan een mondain marktplein? Er écht mee rijden op de openbare weg gaat niet meer, en je er heel af en toe eens mee laten gaan op een circuit is wel een heel dure hobby. We zijn benieuwd wat de toekomst zal brengen… 

BLIJF OP DE HOOGTE VAN HET LAATSTE AUTONIEUWS!
Nieuwe modellen, tests, advies, exclusieve evenementen! Het is gratis!

Ik schrijf me in

Nieuws

Aanbevolen nieuwsberichten