Editoriaal / Over hoe de Amerikaanse auto-industrie op zijn bek gegaan is - Edito AD

Ik was recent nog eens zes dagen in New York. Mijn zestiende trip al naar wat voor mij nog altijd - én zelfs meer dan ooit - ‘s werelds meest fascinerende stad is. Het voelde dan ook weer een beetje aan als thuiskomen, terwijl het voor mijn vier ‘debuterende’ reisgezellen overduidelijk een geweldige ontdekking werd. Ik mocht gidsen, dat spreekt voor zich. En ook al hadden de Belgische achterblijvers er nog zo hard op aangedrongen dat ik het werk eventjes zou vergeten, toch heb ik tijdens de lange wandelingen wel weer het… autoverkeer geobserveerd.

Tot voor enkele jaren werden de New Yorkse straatbeelden altijd gedomineerd door de vele gele Ford-taxi’s

Zelfs wie nog nooit in de stad was, kent ze natuurlijk wel van de vele films en televisiereeksen die er zijn opgenomen: tot voor enkele jaren werden de New Yorkse straatbeelden altijd gedomineerd door de vele gele taxi’s. Die zijn er vandaag nog altijd, al zijn de ietwat lompe en eigenlijk niet eens ruime en dus ook allesbehalve functionele Ford Crown Victoria’s nu wel allemaal vervangen door relatief compacte SUV’s en minibusjes van Ford en vooral Nissan en Toyota.

Mustang of Camaro?

Een van mijn reisgezellen, die in België toevallig een elektrische Ford Mustang Mach-E in bestelling heeft, verwonderde zich erover dat er op de avenues van Manhattan zo weinig Amerikaanse auto’s overblijven. Op wat pick-ups van vooral Ford en Stellantis-dochter Ram na zie je die inderdaad nauwelijks nog. Tussen de vele Japanse en Zuid-Koreaanse auto’s, vaak in Noord-Amerika gebouwd, zijn Cadillacs, Chryslers en Lincolns haast curiositeiten geworden. Naar Oldsmobiles of Pontiacs hoef je al helemaal niet meer te zoeken, want die merken zijn jaren geleden al opgedoekt. De Mustangs, Camaro’s en Challengers die je in meer patriottische en vooral autogekkere oorden van de VS nog wel eens voorbij ziet én hoort komen, ontbreken in hartje New York evengoed. Nu ja, op enkele vaak opgevoerde en felgekleurde uitzonderingen na. Je doen opmerken is in de stad nog altijd een modetrend, af en toe mag het ook nog eens met een auto.

Het blijft toch vreemd dat vooral die ‘buitenlandse’ auto’s anno 2022 de New Yorkse avenues vullen.

Voor de americanofiel die ik toch een beetje ben, doet het hoe dan ook wel pijn dat die ooit zo prestigieuze en trotse auto-industrie zo verschrikkelijk hard op zijn bek is gegaan. Door een combinatie van hoogmoed en onkunde, je hoeft echt niet lang naar de oorzaken te zoeken. Waarbij het maar een magere troost is dat de vandaag zo vervloekte Russen er zelfs na het communisme nog altijd niet in geslaagd zijn met iets beters voor de dag te komen dan hun Lada-antiek. Maar hoe goed een Accura, Genesis, Lexus of natuurlijk ook Mercedes S-Klasse ook mag zijn, het blijft toch vreemd dat vooral die ‘buitenlandse’ auto’s anno 2022 de New Yorkse avenues vullen. Alleen al daarom brengen we je in deze AutoGids van 4 mei een leuk en zelfs heel spannend verhaal over de je allicht nog niet bekende Fageol Supersonic, een superwagen uit wat wél nog de gloriedagen van de Amerikaanse auto-industrie waren.

Nog een persoonlijke noot om af te sluiten, onder de vorm van een welgemeende groet aan de abonnee die ik op het gelijkvloers van de Empire State Building ontmoette. Hij had me ‘erkend’, ik voelde me zowaar even een ster in New York.