Innovatie / 'EV's vanaf 2024 goedkoper te produceren dan verbrandingsauto's'

Investeringsbank UBS heeft de ontwikkelingen van batterijtechnologie bij de zeven grootste producenten onder de loep genomen. Op basis van dat onderzoek maakt de bank enkele voorspellingen voor de toekomst van elektrische wagens en, als keerzijde, die van de traditionele verbrandingsauto's. Vooral de kostprijs van de batterijen heeft, zoals we weten, een grote invloed op de prijs van een elektrische auto. Die batterijen zouden volgens UBS tegen 2022 nog maar 100 dollar per kWh kosten, waarmee het prijsverschil in productiekost tussen EV's en ICV's (Internal Combustion Vehicle) dan nog maar 1.900 dollar zou bedragen (zo'n 1.600 euro).

Kantelpunt 2024

Zet die daling zich voort, dan komt het kantelpunt - waarbij de productiekost gelijk is voor een EV en een ICV - in 2024. Op dat moment wordt het ook steeds minder interessant om de interne verbrandingsmotoren verder te ontwikkelen, aangezien ze geen kostenvoordeel meer opleveren. Ook het voordeel van een hybride auto met een kleinere batterij én een verbrandingsmotor valt dan weg. 

Ondanks het wegvallen van het prijsvoordeel, schat UBS in dat de consument nog even zal blijven vasthouden aan zijn verbrandingsauto, vooral omdat lang niet iedereen een nieuwe auto koopt. Toch zou het wereldwijde marktaandeel van elektrische wagens tegen 2025 17% moeten bedragen volgens de bank, een getal dat oploopt tot 40% tegen 2030. Constructeurs die proberen vast te klampen aan interne verbrandingsmotoren riskeren dus om achtergelaten te worden door zij die wel al investeren in elektrische aandrijflijnen.