Voor een appel en een ei kun je er een gemotoriseerde sloep huren, zodat je een hele dag via de kanaaltjes van meer naar meer kunt varen, langs de natuurgebieden en de zeilboten, tussen de duikende futen en de opvliegende reigers. Een heel avontuur, want zo’n pruttelend bootje is niet meteen een precisie-instrument in de handen van iemand die om den brode met de nieuwste wagens rijdt.
Naast mijn hang naar snelheid ben ik bovendien nogal ongeduldig van aard, zodat ik even tot rust moet komen vooraleer ik me kan overgeven aan de omstandigheden. Daarna is het genieten geblazen, want ik kan me geen betere vorm van onthaasten verzinnen: je gaat amper vooruit en je kunt werkelijk nergens naartoe. Moet je echt eens doen, zeker als je jongere (klein)kinderen hebt.
We varen het wondermooie Balk binnen en meren aan voor een ijsje. Tussen het geroezemoes op de bomvolle terrasjes horen we het gesteun en gekreun van een oldtimer. Een vooroorlogse pick-up van Ford-makelij waggelt voorbij, blinkend alsof hij net uit de showroom komt gerold. De bestuurder heeft zich naar de gelegenheid gekleed en draagt bretellen en een pet. En hij is niet de enige die uit de teletijdmachine komt gereden, want al gauw volgen er nog een tiental exemplaren.
Ze nemen deel aan een Elfstedentocht voor klassieke wagens, refererend aan de bijna 200 kilometer lange schaatswedstrijd die hier des winters georganiseerd wordt. Toch als het ijs dik genoeg blijkt, wat al van 1997 geleden is. Terwijl mijn vrouw de kroost over die Elfstedentocht vertelt, stuur ik wat foto’s van de oldtimers naar mijn vader, zodat hij me kan helpen met het herkennen van de merken en de modellen. Iedereen leert bij.
WE KRUISEN EEN FERRARI. EN NOG EEN. WEER TWEE… DRIE, TWINTIG, VIJFENDERTIG.
We dobberen verder. Terwijl we onze sloep onder een bruggetje mikken – geen sinecure omdat we moeten bukken en even blind moeten varen – horen we een storm opsteken. Ditmaal gaat het om een bonte bende motorrijders. Nu ja, motorrijders… ze rijden op een Solex. Dat zijn brommertjes die bijzonder populair werden na de Tweede Wereldoorlog, omdat ze de arbeiders die geen eigen auto konden betalen, toch de mogelijkheid gaven om naar hun werk te pendelen.
De kinderen kijken nieuwsgierig op en ik vertel hen over de Solex waarmee hun grootvader ooit reed, over het aparte concept waarbij een op het stuur gehangen tweetaktmotortje het voorwiel rechtstreeks aandrijft. We hebben zeeën van tijd en ze worden niet afgeleid door de schermen van hun tablet, ze hangen aan mijn lippen.
De boottocht zit erop en we rijden weer naar de camping. Iedereen is stil in de auto, een beetje murw van de zon en de wind. Plots kruisen we een Ferrari. En nog een. Weer twee… drie, twintig, vijfendertig. Ze blijven maar komen. De zijruiten schuiven open om naar de spinnende motoren te luisteren en de sensuele koetswerkvormen te bewonderen. “Vet cool”, hoor ik op de achterbank. En een “met welke Ferrari’s heb jij al gereden, papa?” Alweer hoor ik me vertellen, over de keren dat ik in Maranello was. En alweer vergeten de kinderen me te onderbreken.
We hadden ook op citytrip kunnen gaan, lekker gaan eten en musea bezoeken. Maar in dat stugge Friesland hebben we ook cultuur gesnoven, zijn er verhalen verteld en zijn mensen wat dichter bij elkaar gekomen. Ook dat doet de auto.
BLIJF OP DE HOOGTE VAN HET LAATSTE AUTONIEUWS!
Nieuwe modellen, tests, advies, exclusieve evenementen! Het is gratis!