In de begindagen van de grote endurancewedstrijden was het de gewoonte dat het rijdersduo bestond uit een echte piloot en een mecanicien die goed kon rijden. Zo kon er passend geanticipeerd worden op eventuele noodreparaties. Attilio Marinoni was zo’n monteur die de fabriekspiloten van Alfa Romeo graag aan hun zijde hadden: omdat hij de wagen als geen ander kon afstellen, maar ook omdat hij zowat even snel was.
>>> Lees ook: deel 1, deel 2, deel 3 en deel 4 van onze weetjes over 100 jaar Spa-Francorchamps
De Italiaan won de Grand Prix de Belgique des 24 Heures, zoals de 24 uren van Spa-Francorchamps toen heette, in 1928 en 1929, maar zijn meest memorabele zege blijft de editie van 1930. Aanvankelijk leek de Bugatti van Louis Chiron in het voordeel, maar bij het vallen van de nacht kwamen de Alfa’s opzetten. Tijdens een pitstop had eerste piloot Pietro Ghersi zijn knie bezeerd, waardoor ploegmaat Marinoni de rest van de wedstrijd in zijn eentje moest afwerken. Hij pakte de kop en reed in recordtempo naar de overwinning, met de twee andere fabrieksmachines als hijgende honden in zijn zog.
Hij won met een gemiddelde snelheid van 109,36 km/u, pitstops ingegrepen. Niet slecht voor een wagen met een topsnelheid van ongeveer 150 km/u. Leuk detail: hij reed de hele wedstrijd uit met dezelfde bandenset. Belgisch rubber van Englebert.
Koop onze extra editie '100 jaar Spa-Francorchamps' (150 pagina's) in de krantenwinkel of via onze webshop.
BLIJF OP DE HOOGTE VAN HET LAATSTE AUTONIEUWS!
Nieuwe modellen, tests, advies, exclusieve evenementen! Het is gratis!