Was Alpine een sekte, dan zou René Vandeput een van de grote goeroes zijn. Wie in de vroege jaren tachtig zijn A110 van bocht naar bocht heeft zien dartelen in deze of gene klimkoers, begrijpt vast wat we bedoelen.
Intussen is Vandeput bijna 74, maar het vuur brandt nog altijd. “Ik heb mijn helm al een hele poos terug aan de wilgen gehangen”, glimlacht hij. “Niet omdat de ‘goesting’ er niet meer was, wel integendeel: zodra de klok begint te lopen, word ik nog altijd hypernerveus. Maar ik ben op een leeftijd gekomen dat dat niet meer gezond is.”
Groep 4
De A110 in zijn garage is al zijn zevende en stamt uit 1976. Een tijd waarin het imago van de hardcore Alpines wat begon te verwateren. De racecarrière van de ‘Berlinette’ zat er op dat moment al op, maar Renault bleef zijn succes uitmelken met softere versies, zoals deze V85 (een verwijzing naar het motorvermogen), die René Vandeput zorgvuldig ombouwde naar een Groep 4-auto.
Alpine-stichter Jean Rédélé doordrongen was van dezelfde light is right-filosofie als Colin Chapman.
“Aanvankelijk lag in deze A110 de motor uit een Renault 12 TS. Die heb ik vervangen door een Gordini-1,3-liter, geprepareerd door Alpine-specialist Richard Bury. Ik schat dat hij nu zo ongeveer 135 pk levert.” In deze tijden klinkt dat misschien niet indrukwekkend, maar vergeet niet dat Alpine-stichter Jean Rédélé doordrongen was van dezelfde light is right-filosofie als Colin Chapman. “Om in die oorspronkelijke Alpine-geest te blijven heb ik zo veel mogelijk elementen vervangen door polyester”, vertelt René. “Daardoor weegt deze A110 maar 650 kilogram.”
Ragnotti
Zijn straatversie lijkt overigens verdacht veel op een échte racewagen voor iemand die beweert niet meer aan autosport te doen, getuige die imposante rolkooi. “Puur esthetisch”, countert onze gesprekspartner, terwijl hij ons alle andere aanpassingen aanwijst. “De grotere remmen zijn de geventileerde schijven van een R16. En de radiator zit vooraan, met een luchtinlaat in de neus – net zoals bij de race-Alpines van Thérier en Ragnotti. De wielen zijn ook een pak groter dan origineel; daardoor heb ik zelfs een reservewiel op maat moeten laten maken.”
Gemiddeld rijdt René nog zo’n 3.000 kilometer per jaar met zijn omgebouwde A110. Het liefst van al gaat hij het over de grens zoeken, in de Vogezen of de Franse Ardennen. “Maar altijd op het gemakje”, grijnst hij. Zou het werkelijk?
Foto's: Julien Mahiels
BLIJF OP DE HOOGTE VAN HET LAATSTE AUTONIEUWS!
Nieuwe modellen, tests, advies, exclusieve evenementen! Het is gratis!