Tien jaar na de Jaguar Pirana en vier jaar nadat concurrent Pininfarina hetzelfde had geprobeerd met de Pininfarina Jaguar XJ12 deed het Italiaanse Bertone een nieuwe poging om het management van de Britse constructeur te overtuigen een van zijn conceptcars in productie te nemen. De auto in kwestie werd Ascot gedoopt en werd onthuld op het salon van Turijn van 1977.
Het ging om een vierzitscoupé op een Jaguar XJS V12-platform dat met ongeveer 200 mm was ingekort. De Ascot werd dus aangedreven door de 5,3 liter grote twaalfcilinder van die laatste, maar was een pak lichter dan zijn donor, niet alleen door het ingekorte onderstel, maar ook doordat zijn koetswerkpanelen van aluminium waren in plaats van staal.
LEES OOK AutoGids' Terug naar de Toekomst - modeloverzicht van A tot Z
Wigvorm
Het meest opvallende aan de Ascot was natuurlijk de vorm van zijn koetswerk, die erg trendy was voor die tijd. De bij Bertone werkzame Marcello Gandini had de wereld immers vertrouwd gemaakt met wigvormige designs dankzij conceptcars als de Alfa Romeo Carabo of de Lancia Stratos Zero, maar ook productiemodellen als de Ferrari 308 GT4 of de Lamborghini Countach.
Het resultaat was wel erg on-Jaguar, waardoor de meest conservatieve Britten zich wellicht verslikten in hun earl grey tea bij het zien van deze excentrieke conceptcar. Vooraan onderscheidde de Ascot zich met een radiatorrooster over heel de breedte, opklapkoplampen en een motorkap die erg laag was gezien de krachtbron die eronder gehuisvest was. De H-vorm op de motorkap was trouwens een knipoog naar de architectuur van de V12.
Achterklep
Opzij pakte de Ascot uit met scherpe lijnen (let ook op de wielkasten) en bijzondere dakstijlen, die uitgevoerd waren in een contrasterende kleur. Achteraan had de Ascot een kofferklep, zoals een E-Type, en geen klassiek kofferdeksel zoals de XJS waarop hij gebaseerd was. Bij zijn voorstelling in Turijn was de auto wit, maar later werd hij in een goudkleur gespoten.
Het interieur van de Jaguar Ascot bood een mix van bruin leder en suède en gebruikte de instrumenten van de XJS. Toppunt van luxe in die tijd was de autotelefoon. Zoals gezegd kreeg de Ascot geen productievervolg omdat hij wellicht te veel afweek van de rest van het Jaguar-gamma, al zou het volgens ons een mooie concurrent geweest zijn voor de Lotus Esprit van de eerste generatie...
BLIJF OP DE HOOGTE VAN HET LAATSTE AUTONIEUWS!
Nieuwe modellen, tests, advies, exclusieve evenementen! Het is gratis!