Ontcijferd / Fiscaliteit: regering opent jacht op “nep-hybrides”

In het kader van de hervorming van de vennootschapsbelasting, die budgetneutraal moet gebeuren, heeft de eerste minister een hele reeks maatregelen voorgesteld waarvan sommige een impact hebben op de autofiscaliteit. Want de aftrekbaarheid van voertuigen is nog steeds een federale materie en enkel de BIV en de verkeersbelasting (en in Brussel en Wallonië de CO2-bonus/malus) zijn geregionaliseerd.

Het ondenkbare gebeurt

Iedereen weet dat het erg ingewikkeld is in ons land om te gaan rommelen met de autofiscaliteit, vooral omdat de auto bij ons diep is ingeburgerd door de bedrijfswagens. Heel dat wagenpark is een echte goudader (btw, belastingen) voor onze regering. Toch heeft Michel beslist om daar aan te gaan rommelen, want de nieuwe vennootschapsbelasting zou geleidelijk verminderen en dat veroorzaakt een inkomstenverlies. Daarom moet elders geld worden gevonden en dat wordt dus ook in de autosector gezocht.

Wat er verandert

Er wordt gesleuteld aan de aftrekbaarheid van auto’s, die vandaag schommelt tussen de 50 en de 100 procent, of zelfs 120 procent in het geval van volledig elektrische auto’s, wat een interessante stimulans was om deze aandrijving een duw in de rug te geven. Die percentages gaan in de toekomst omlaag, maar ze blijven nog steeds afhankelijk van de CO2-uitstoot. De meeste auto’s blijven tussen de 50 en de 100 procent zitten (ongetwijfeld voor bestelwagens), maar voor modellen met een zeer hoge CO2-uitstoot zou dat naar 40 procent zakken.

CO2 is niet hetzelfde als vervuiling

In zijn verklaring verwijst Michel naar “de meest vervuilende voertuigen”, wat nog maar eens toont dat onze politici het onderscheid niet kunnen maken tussen CO2 en vervuiling. Broeikasgassen (zoals CO2) dragen namelijk weliswaar bij aan de klimaatverandering, maar vervuilen geenszins de luchtkwaliteit, in tegenstelling tot vervuilende gassen, die verantwoordelijk zijn voor zure regen en ademhalingsproblemen (HC, fijnstof, NOx,…). Het is jammer om te zien dat de regering zo slordig en met zo weinig kennis van zaken werkt. Het zou goed zijn om dat onderscheid duidelijker te maken, zodat de twee parameters beter kunnen worden gecontroleerd en zodat we naar een meer rechtvaardige fiscaliteit en een duurzame toekomst kunnen evolueren.

Jacht op elektrische auto’s...

Een andere verandering is dat zuiver elektrische auto’s niet langer 120 procent aftrekbaar zullen zijn zoals vandaag, maar ‘slechts’ 100 procent vanaf 2020. Die maatregel zou deels retroactief werken, omdat elektrische voertuigen die al zijn ingeschreven op dezelfde manier zullen worden behandeld als nieuwe auto’s. Ook dat is teleurstellend, want dit soort aandrijving en zijn alternatieven zouden net moeten worden gestimuleerd voor een overgang naar een meer duurzaam transport met minder gevolgen voor het milieu. We wijzen er daarom graag nog eens op dat een elektrische auto (EV), in tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, liefst 2,5 keer minder CO2 uitstoot tijdens zijn levenscyclus (productie, gebruik en recyclage) dan een voertuig met een verbrandingsmotor. Een EV stoot namelijk 9 ton CO2 uit in zijn hele levensloop, terwijl een klassieke auto aan 22 ton komt. Het verschil is overduidelijk, zelfs al ‘kost’ het meer om een EV te bouwen en te recycleren door de batterijen. Maar de nuluitstoot (of erg lage uitstoot, want die hangt uiteraard af van de manier waarop de stroom is opgewekt – groen, nucleair, gas, olie) compenseert meer dan genoeg voor de ‘meerkost’.

...en op "nep-hybrides"

Verder wil Michel de jacht openen op wat hij “nep-hybrides” noemt. Wij dachten eerst dat hij het had over erg lichte vormen van hybridisering van het type 48V, die niet meer doen dan de verbrandingsmotor ondersteunen en die de auto niet zuiver elektrisch kunnen laten rijden. Met die technologie kan ‘slechts’ 10 tot 15 procent brandstof worden bespaard. Maar daar gaat het helemaal niet over. De zaken zijn allesbehalve duidelijk en het kabinet dat door de minister met de zaak is belast, kan ook geen uitleg geven. Heeft hij het over “full hybrids” zoals de Toyota Prius, of over plug-in hybrides? Bij het kabinet zegt men dat er een rekenmethode komt die het laadvermogen in kWh van de batterij in verhouding zal zetten tot het gewicht van de auto om zo hybride auto’s te kunnen aanpakken met “een laag rijbereik”. Het is moeilijk om te verstaan wat daarmee wordt bedoeld.

Ongetwijfeld plug-in hybrides

Misschien is het plan om, zoals De Tijd en L’Echo deze morgen suggereerden, plug-in hybrides te gaan belasten. Die scoren namelijk een erg gunstige CO2-uitstoot en dus een hoge aftrekbaarheid op de homologatiecyclus dankzij hun dikke batterij, maar hun elektrische functie (die vereist dat je de auto aan de stekker oplaadt zoals een elektrisch voertuig) wordt nauwelijks gebruikt door hun bestuurders, die in de technologie enkel een manier zien om aan ‘green washing’ te doen. Waarschijnlijk gaat het dus vooral om een klopjacht op dikke plug-in hybrides zoals een Porsche Cayenne S E-Hybrid of een BMW X5 40e, die danzij hun hybridisering een gunstige fiscaliteit en VAA genieten, maar minder op pakweg de VW Golf GTE, die met zijn lagere gewicht niet zo zwaar zou worden aangepakt. Die hypothese houdt het meeste steek, want daarmee worden modellen met dikke motoren – of toch het equivalent van een dikke motor – niet langer bevoordeeld. Niet alle plug-in hybrides zouden worden geviseerd, maar wel een deel ervan, namelijk de allergrootste en zwaarste die vandaag worden belast zoals een heel klein en zuinig autootje. Maar is dat niet een beetje spijkers op laag water zoeken en is het niet beter om werk te maken van het terugdringen van diesel- en benzinewagens, die met hun massale aanwezigheid een veel grotere impact hebben op de luchtvervuiling?

Gebrek aan overleg

De maatregelen die de regering-Michel wil nemen, lijken bovendien grondig in tegenspraak met de plannen van de Waalse regering, die net heeft gemeld een “ambitieuze politiek om alternatieve mobiliteitsoplossingen te promoten” te willen opstarten, met meer aandacht voor hybrides en elektrische voertuigen. Daarmee werkt het ene bestuursniveau het andere tegen. Maar zo wordt vooral de fundamentele toekomst van ons land, dat nood heeft aan groene oplossingen voor de mobiliteit van morgen, ernstig ondergraven.