Terwijl de achterwielaangedreven CX-60 3.3 e-SkyActiv D (met 200 pk en 450 Nm) ook nog in de basisversie Prime-Line wordt aangeboden (voor 47.290 euro), is de vierwielaangedreven variant met 254 pk en 550 Nm er enkel in de drie hogere uitvoeringen. De eerste daarvan (Exclusive-Line) kost 52.290 euro en is al meteen goed uitgerust, met onder meer een geïntegreerd navigatiesysteem, een achteruitrijcamera, verwarmbare voorstoelen en stuurwielverwarming, een cruisecontrol, een head-updisplay, 20-duimvelgen en tal van rijhulpsystemen (zoals spoorassistentie, een vermoeidheidsdetectie, een dodehoekcontrole en verkeersbordherkenning). De Homura (56.390 euro) voegt daar nog een handsfree toegangs- en startsysteem, een elektrisch verstelbaar stuurwiel, een binnenbekleding van zwart leder, geventileerde voorstoelen en een verwarmbare achterbank aan toe.
De geteste Takumi ten slotte (57.890 euro) onderscheidt zich vooral door zijn witte nappalederen bekleding en zijn middenconsole en deurpanelen met esdoornhouten decoratie. Het hier getoond exemplaar was daarnaast ook nog uitgerust met het panoramische open dak (1.400 euro), het Convenience & Sound Pack (2.900 euro, met gemotoriseerde achterklep, donkergetinte achterruiten, een 360-gradencamera, een 220-voltaansluiting, een draadloze smartphoneoplader en een Bose-audiosysteem) en het Driver Assistance Pack (1.700 euro, met adaptieve ledverlichting, een intensievere dodehoekcontrole die ook vooraan werkt, en een adaptieve cruisecontrol). Helaas zijn die opties niet à la carte verkrijgbaar, maar dus enkel als pakket.
Waar voor je geld?
Hoe dan ook krijg je best wel wat waar voor je geld. Bij de mainstreamconstructeurs zijn vierwielaangedreven diesel-SUV’s met een vergelijkbaar formaat en prestatievermogen zeldzaam, terwijl ze ook nog eens genoegen nemen met vier cilinders én duurder zijn (vanaf 56.070 euro voor een VW Tiguan Allspace TDI 200 4Motion of zelfs 58.610 euro voor een Skoda Kodiaq 2.0 TDI 200 4x4). Premiummodellen zijn uiteraard eveneens duurder en bovendien minder goed uitgerust, of ze nu vier cilinders tellen (vanaf 55.200 euro voor de Audi Q5 40 TDI 204 Quattro en 60.500 euro voor de Mercedes GLC 220 d 4Matic met 197 pk) of zes (65.050 euro voor de BMW X3 xDrive30d van 286 pk).
Volgens de WLTP-normen verbruiken alle concurrenten ook meer brandstof dan de CX-60. In de praktijk resulteerde onze testrit in een gemiddelde van 6,3 l/100 km. Dat verbruik daalde zelfs tot 5,1 l/100 km tijdens een rustige rit (met een constante snelheid van 115 km/u op de snelweg en opschakelen bij 1.400 o/m op secundaire wegen), zonder dat we ons ooit hebben laten verleiden tot economy run-trucjes. Omgekeerd liep de dorst na een ritje over uitdagender Ardense wegen op tot 8 l/100 km. Op de snelweg bij 120 km/u (bij 1.800 toeren in achtste versnelling) schommelt het verbruik rond de 6 l/100 km.
Fiscaal afgestraft
Kortom, dit is een zeer zuinige motor gezien zijn cilinderinhoud en architectuur… maar dat zal de fiscus worst wezen. Het (belachelijke en totaal voorbijgestreefde) belastingstelsel in Brussel en Wallonië rekent deze Mazda de volle pot aan inverkeerstelling aan – bijna 5.000 euro – en nog eens 1.500 euro aan jaarlijkse verkeersbelasting. In Vlaanderen wordt de BIV getemperd door de relatief lage CO2-uitstoot (827 euro), maar de verkeersbelasting ligt zelfs nog iets hoger: 1.677 euro. Over vier jaar komt dat neer op 7.500 euro aan verkeersbelastingen, en 11.000 euro in Brussel en Wallonië.
Kiezen voor de 200 pk-versie met achterwielaandrijving levert in dat verband wel een besparing op: in Vlaanderen is het verschil niet noemenswaardig (met een BIV van 732 euro en jaarlijks 1.636 euro), maar in Brussel en Wallonië wordt de BIV dan gehalveerd (tot 2.478 euro). Hoe dan ook is de plug-inhybride variant van de CX-60 (vanaf 50.890 euro) fiscaal interessanter, niet alleen voor particulieren, maar vooral voor zelfstandigen, want die is voorlopig – maar niet lang meer – nog 100 procent aftrekbaar, tegenover nauwelijks meer dan 50 procent voor de dieselvarianten.
30
