Detailtests / 2024 Renault Scenic E-Tech Electric 220 HP Long Range (Esprit Alpine)

Het is 1996 wanneer Renault de eerste generatie van de Scénic lanceert, een compacte eenvolumer die al snel een bestseller wordt en zelfs uitgroeit tot een referentie in een segment dat dan nog in zijn kinderschoenen staat. Renaults nieuwe ster wordt een echte melkkoe voor het merk: het model maakt niet alleen handig gebruik van schaalvoordelen door onderdelen te delen met de rest van het gamma (zoals motoren en versnellingsbak), maar vindt ook snel zijn publiek.

Een publiek dat zijn moduleerbaarheid, zijn ruimte en zijn praktische aspecten naar waarde weet te schatten... En dan vooral kleinere en jongere gezinnen; de meer kroostrijke (of meer gegoede) vonden hun gading in de grotere Espace, die al sinds 1984 als een ufo het mooie weer maakte in het Europese autolandschap van die tijd.

SUV-overload

Intussen zijn we 28 jaar verder, en is het autolandschap compleet veranderd. De troeven van gisteren zijn niet langer de sterke punten van vandaag en de een­volumers hebben de strijd verloren tegen de SUV’s en cross-overs. Bovendien is de doorbraak van de elektrische aandrijving nakende. Combineer die twee elementen en je krijgt een totaal nieuwe Scenic-generatie, die zuiver elektrisch én SUV-geïnspireerd is.

Renault lijkt trouwens alleen nog maar heil te zien in SUV’s of cross-overs, als je kijkt naar het huidige of toekomstige gamma: Megane (4,20 meter), Captur (4,23), Scenic (4,47), Austral (4,51), Arkana (4,57), Rafale (4,71), Espace (4,72) en binnenkort Symbioz (4,41). De Franse constructeur lijdt tegenwoordig aan monomanie; je zou er bijna de impertinentie van de Vel Satis en de Avantime door gaan missen. Bijna. Maar goed, wat heeft deze Scenic van het nieuwe tijdperk te bieden? En vooral: wat is er overgebleven van de kwaliteiten van zijn voorgangers?

De Megane achterna

De Scenic maakt gebruik van het CMF-EV-platform van de Megane E-Tech, maar dan in een versie met een 10 centimeter langere wielbasis, om beter te beantwoorden aan zijn gezinsroeping. Met zijn vlakke vloer en zijn grote wielen (19 of 20 duim, afhankelijk van de versie) op de vier uithoeken van het koetswerk en dus zeer korte overhangen, voel je meteen dat de Scenic veel binnenruimte wil bieden ondanks zijn relatief compacte buitenafmetingen: met 4,47 meter is hij 7 centimeter langer dan de Grand-versie van zijn voorganger.

Visueel neemt de Scenic de nieuwe esthetische canons over die het merk zo dierbaar zijn sinds de komst van sterontwerper Gilles Vidal, die voordien voor Stellantis werkte. Wie vindt dat de Scenic wel wat weg heeft van een Peugeot, begrijpt daarmee ineens waarom… Deze Scenic van het elektrische tijdperk loopt van de band in Douai, net over de grens met Frankrijk, maar zijn elektromotor wordt geassembleerd in Cléon, bezuiden Rouen. De auto doet het ook zonder dierlijk leer en gaat vol voor gerecycleerde materialen, materialen van biologische oorsprong of materialen uit de circulaire economie. Op het einde van zijn levensloop moet hij voor 90 procent recycleerbaar zijn, in overeenstemming met de Europese voorschriften. 

Geen zevenzitter meer

Daar staat tegenover dat deze elektrische Scenic het moet rooien zonder zevenzitsversie – in tegenstelling tot de vorige generatie, die wél nog kon rekenen op een Grand-versie. Als je die twee extra zitplaatsen toch nodig hebt, moet je je voortaan dus wenden tot de Espace (die eveneens een SUV is geworden, maar enkel bestaat als zelfopladende hybride). Of eventueel tot de Grand Kangoo, die niet alleen een traditionele benzinemotor (de 1.3 TCe) aanbiedt, maar daarnaast ok zelfs blijft vertrouwen op diesel (1.5 Blue dCi). Hmm, zou dat dan misschien de ‘echte’ nieuwe Scenic zijn? 

 Foto‘s: Jonathan Godin