Deze 7-Reeks (de zevende generatie intussen al) valt graag op: zijn enorme neusgaten zijn verstoken van elke vorm van discretie of raffinement... Het model is slechts in één koetswerklengte verkrijgbaar, van net geen 5,40 meter. Het interieur is zeer ‘aanwezig’, met een wildgroei van bedieningsschermen, zelfs op de deurgrepen. En er is er zelfs eentje dat uit de lucht komt vallen, met de optie Theatre Screen: een panoramisch ‘doek’ (van 31,3 duim) dat wordt neergelaten uit de dakhemel, zodat de achterpassagiers zich in hun thuisbioscoop wanen, comfortabel gezeten in hun verstelbare stoel mét voetsteun. Voorin is het head-updisplay met verhoogde realiteit dan weer ronduit verbluffend. Het comfort is uiteraard weelderig en het rijgedrag zeer efficiënt, temeer omdat alle versies standaard over vierwielaandrijving beschikken.
Aan vermogen geen gebrek, maar in Europa is het motorgamma beperkt tot ‘zescilinders, allemaal met xDrive-vierwielaandrijving. Geen V8 meer dus in het aanbod. De instapversie is de 299 pk sterke 3.0-diesel (740d) met microhybridisering op 48 volt. Er zijn geen pure benzineversies meer, maar wel twee plug-inhybrides, die een 3.0-benzineblok combineren met een elektromotor, voor een gecombineerd vermogen van 489 pk (750e) of 571 pk (M760e). Hun batterij van 17,6 kWh netto biedt officieel een elektrisch rijbereik tot 80 kilometer en laat zich opladen met 7,4 kW.
Voor wie nog niet klaar is voor de volledig elektrische i7, biedt de ‘conventionele’ 7-Reeks nog altijd krachtige en relatief zuinige mildhybride en plug-inhybride aandrijflijnen aan. Hij is ook lichter dan de i7 en dat merk je achter het stuur.