Juridisch / Verenigd Koninkrijk wil streng EV-beleid bijsturen wegens onrealistisch

In het Verenigd Koninkrijk zal je geen auto met verbrandingsmotor meer kunnen kopen vanaf 2031. En aan dat verbod wordt (voorlopig) niet getornd. Maar de Britse regering is wel aan het nadenken over een versoepelde regelgeving rond de verplichte verkoop van elektrische auto's, zodat de autoconstructeurs wat meer ademruimte krijgen. Want ook in het Verenigd Koninkrijk valt de EV-verkoop stevig tegen. Slechts 18,5% van de nieuw ingeschreven wagens zijn elektrisch, terwijl het doel voor 2024 minstens 22% bedraagt. Dat cijfer stijgt elk jaar, tot 80% in 2030 en dus 100% in 2031.

Dat dit beleid de in het Verenigd Koninkrijk producerende automerken een strop rond de nek legt, blijkt uit de noodkreten die Ford en Nissan slaken. Maar het eerste slachtoffer wordt wellicht Stellantis, dat de fabriek in Luton, waar licht bedrijfswagen geproduceerd worden, wil sluiten omdat de vraag naar elektrische bestelwagens ver onder de verwachtingen blijft. De productie wordt overgeheveld naar de site in Ellesmere Port, waardoor er 1.100 banen op de tocht komen te staan.

Wat wil de Britse regering dan doen om de Britse autoindustrie een reddingsboei toe te gooien? De deadline van 2031 blijft overeind, maar de beleidsmakers wil een minder strenge toename van het aantal elektrische auto's, zodat zowel de consumenten als de constructeurs wat extra tijd krijgen om zich voor te bereiden op de geplande EV-switch. Zo kan het Verenigd Koninkrijk investeren in de laadinfrastructuur, terwijl de komst van betaalbare elektrische auto's de roep om overheidspremies mildert. Want dat is de voornaamste kritiek op het EV-beleid: dat de incentives ontbreken om de bevolking aan te moedigen de stap naar een elektrische wagen te zetten.