Met de voorstelling van de Giulia TI (voor Turismo Internazionale) sloeg Alfa Romeo in de zomer van 1962 een nieuwe weg in en trok de Italiaanse autobouwer de kaart van de vernieuwing. Het model maakte met zijn vooruitstrevende en nuchtere koetswerk resoluut komaf met de barokke lijnen van zijn voorganger, de Giulietta. Binnenin hadden de inzittenden plaats te over in het ruime en luchtige vierdeurskoetswerk, terwijl de rechthoekige achterpartij resulteerde in een efficiënt te benutten kofferruimte waar heel wat bagage in paste. Maar de nieuwe Giulia TI was veel meer dan een fris koetswerk alleen. De ranke gezinswagen werd aangedreven door een 92 pk sterke viercilindermotor van 1.570 cc die volledig in aluminium was uitgevoerd. Met technische lekkernijen als twee bovenliggende nokkenassen, een doorstroomcilinderkop gevoed door Weber-carburatoren, centraal geplaatste bougies en standaard vijf versnellingen overtrof de Giulia TI zowat al zijn concurrenten. Hij spurtte in 14 seconden van 0 naar 100 km/h en haalde een topsnelheid van 170 km/h. In 1962 waren die waarden ongezien voor een gezinswagen met een cilinderinhoud van 1,6 liter. Iedereen was het erover eens: de Giulia TI was een knap staaltje Italiaanse automobielbouw. Het model sloeg in als een bom en verkocht als warme broodjes.
Racecircuits
Al gauw vonden de eerste exemplaren de weg naar de racecircuits. Amper een jaar later lanceerde Alfa Romeo de Giulia TI Super, een homologatieversie die speciaal voor de toerwagenracerij werd ontwikkeld. Uitgerust met schijfremmen rondom en een opgevoerde 1.6 van 112 pk was deze versie zowat alles en iedereen te snel af. Voor de minder kapitaalkrachtigen volgde het jaar daarop de instapversie Giulia 1300, met een 1.290 cc-motor van 78 pk.
Het volledige artikel kan je lezen in ons Autogids-magazine 961
BLIJF OP DE HOOGTE VAN HET LAATSTE AUTONIEUWS!
Nieuwe modellen, tests, advies, exclusieve evenementen! Het is gratis!