De nieuwe Peugeot 9X8 treedt aan in de zogeheten Hypercar-klasse van het Wereldkampioenschap Endurance en zet zijn pijlen op de 24 Uur van Le Mans. Aanvankelijk was het de bedoeling tot de Franse constructeur ook een straatversie van die racewagen zou ontwikkelen, maar die homologatiecriteria werden nooit bekrachtigd. En dat is jammer, want het zou niet de eerste supercar geweest zijn die Peugeot had gebouwd. Een overzicht van eerdere experimenten met het genre.
>> Lees ook: top 5 - de gekste varianten van de Bugatti Chiron
1. PEUGEOT PROXIMA (1986)
In 1984 maakte de Peugeot Quasar zijn debuut, eigenlijk een als compacte sportwagen verpakte 205 T16. Maar het was deze Proxima waarmee de Franse constructeur de autowereld even op zijn kop zette. Deze futuristische supercar combineert een spectaculair ogend en uit koolstofvezel vervaardigd koetswerk (zonder deuren, je stapt in door de tweedelige koepel uit polycarbonaat achteruit te schuiven) met een 2,8 liter-V6 met twee turbo's, goed voor een piekvermogen van 600 pk en een maximumkoppel van 608 Nm. De Peugeot Proxima had reeds een digitale tellerpartij, een navigatiesysteem, cameraspiegels, zonnecellen en koolstofkeramische remmen.
2. PEUGEOT OXIA (1988)
Verkijk je niet op het enigszins sobere lijnenspel, want het strakke koetswerk van de Peugeot Oxia verpakte indrukwekkende technologie. De aandrijflijn was verwant met die van de Proxima; centraal achterin lag een V6-biturbo met een cilinderinhoud van 2,8 liter, maar het vermogen was intussen opgeschroefd van 600 naar 675 pk en het maximale koppel van 608 naar 720 Nm. Ook de manuele zesbak en de vierwielaandrijving maakten de overstap. De Peugeot Oxia combineerde een chassis uit aluminimum met een koetswerk dat kevlar combineerde met koolstofvezel, waardoor deze supercar niet meer dan 1,3 ton op de weegschaal zette. Om de rijdynamiek te verbeteren, gebruikte de Oxia bovendien een actief meesturende achteras.
De Peugeot Oxia onderging een heleboel testwerk, onder meer op de Nardo-hogesnelheidsbaan. Daar reed Michelin-testrijder Philippe Vittecocq deze supercar naar een topsnelheid van 350 km/u.
3. PEUGEOT 907 (2004)
In tegenstelling tot de Proxima en de Oxia lag de motor van de Peugeot 907 niet achterin, maar net achter de vooras. Het was ook geen V6-biturbo meer, maar een atmosferische 6 liter-V12 die 500 pk op de achterwielen zette via een toen vooruitstrevende robotbak. Op de motorkap, die net zoals de rest van het koetswerk opgetrokken was uit koolstofvezel, zie je de inlaatkelken van de krachtbron. De Peugeot 905 had aan 3,7 seconden genoeg om van 0 naar 100 km/u te sprinten en haalde een topsnelheid van 360 km/u.
4. PEUGEOT 908 RC (2006)
Geen supercar, maar een superlimousine. De Peugeot 908 RC werd immers aangedreven door de V12-krachtbron van de voor Le Mans ontwikkelde racewagen, een 5,5 liter-biturbodiesel met een piekvermogen van 700 pk en een maximumkoppel van zo maar eventjes 1.200 Nm. Ondanks de vierzitsconfiguratie lag de V12 centraal achterin die 5,12 meter lange Peugeot 908 RC.
5. PEUGEOT ONYX (2012)
Net zoals de 908 RC recycleert de Peugeot Onyx technologie die ontwikkeld werd voor de 24 Uur van Le Mans. Anno 2021 gaat het om een dieselende 3,7 liter-V8 met een elektrische hulpmotor, gekoppeld aan een sequentiële versnellingsbak die het hybride aandrijfgeheel met de achterwielen verbindt. De Franse supercar woog niet meer dan 1,1 ton, ontwikkelde een vermogen van 680 pk sterk, sprintte in 2,9 seconden van 0 naar 100 km/u en haalde een topsnelheid van 360 km/u.
BLIJF OP DE HOOGTE VAN HET LAATSTE AUTONIEUWS!
Nieuwe modellen, tests, advies, exclusieve evenementen! Het is gratis!