Nostalgie / Vintage - 2001 Opel Speedster: Rock 'n Lol

Eind jaren 90 had Opel zijn luister van de voorgaande decennia verloren. Geen Manta meer om zich te bewijzen in de rallywereld, geen GT meer om jongeren aan het dromen te zetten... Zelfs de briljante coupé Calibra was niet langer van de partij.  Het merk stond vooral te boek als kleurloos en saai. Vanuit een plotse hunkering om die reputatie van zich af te schudden, gingen de Duitsers aankloppen bij hun oude partner, Lotus. De in 1996 gelanceerde Elise was immers een waar succesverhaal. Deze tweezitter met centraal achterin geplaatste motor werd in die tijd beschouwd als het summum van rijplezier. Ideaal dus om opnieuw aan te knopen bij het jonge en sportieve imago van de Opels van weleer.

Geen copy-paste

Toch werd de Opel Speedster geen schaamteloze kopie van de Lotus Elise. In een commerciële krachttoer die beide constructeurs geen windeieren zou leggen, liep de Speedster (Vauxhall VX220 voor de modellen met het stuur rechts) van de band in de Lotus-fabriek van Hethel (Engeland) en gebruikte hij hetzelfde platform. Zo kon het merk van Colin Chapman zijn assemblagelijnen laten renderen en tegelijk de tweede generatie van zijn Elise ontwikkelen. Opel beperkte van zijn kant de ontwikkelings- en productiekosten van het kleinschalige model en genoot tegelijk de knowhow van de best mogelijke ingenieurs voor een dergelijke opdracht. Kortom, het beste van twee werelden, een echte win-winsituatie. 

Het erg hoekige en zuivere design, dat al bij iedereen bekend was sinds het prototype uit 1999, werd door sommigen geroemd als de mooiste wat het Engels-Duitse broederschap te bieden had. De brede muil en de koplampen onder de grote afdekking in polycarbonaat benadrukten zijn wielbasis, die iets langer was dan die van zijn Engelse neef. De achtersteven werd gekenmerkt door een dubbele verticale centrale uitlaat, zoals je die normaal alleen op conceptcars en hypercars ziet. Het interieur, een mix van leder en aluminium, was bijzonder puur, zoals te verwachten van een auto van Lotus-origine. Maar hoewel het interieur tot zijn meest eenvoudige expressie was herleid, kon het stuurwiel wel een airbag bevatten. 

Duits hart 

Het kloppend hart was hier uiteraard niet afkomstig van Rover. Van 2001 tot 2003 had de Opel Speedster recht op een specifieke motor, de volledig van aluminium vervaardigde 2.2 16V Ecotec-benzinemotor met 147 pk en 203 Nm die ook in de Astra Coupé en de Zafira het mooie weer maakte. In combinatie met zijn handgeschakelde vijfversnellingsbak katapulteerde die de 870 kilogram lichte roadster in nauwelijks 6,5 seconden van 0 naar 100 km/h en maakte hij een topsnelheid van 217 km/u mogelijk. 

Ontegensprekelijk efficiënt. Maar omdat hij rechtstreeks was overgenomen uit slome gezinswagens, kreeg deze sensatiearme viercilinder wel vaker het verwijt dat hij te lineair was. Dat ging ten koste van het rijplezier, zelfs in een sportwagen van dit kaliber. Opel luisterde naar zijn klanten en lepelde de Z20LET uit de Astra Coupé Turbo en OPC in zijn Speedster... Die 2.0-turbomotor was goed voor 200 pk. Het smeedijzeren blok was weliswaar zwaarder, maar gaf het Lotus-chassis vleugels. De Speedster zette nu 930 kilo op de weegschaal, maar sprintte in 5,2 seconden van 0 naar 100 km/u en haalde een top van 250 km/u. 

Britse levendigheid 

Deze viercilinder-turbomotor maakte een heel andere auto van de Speedster, zeker wanneer je het potentieel van het aluminium Lotus-chassis wist te benutten. De wielbasis van dat laatste werd gevoelig verlengd om de Speedster comfortabeler te maken dan de Elise (al is zelfs dat relatief). Van toegevingen was echter geen sprake, integendeel. De ingenieurs schoeiden hem met zeventienduimwielen, waarvan de achterste breder waren. De remprestaties werden verzekerd door de geventileerde schijven van de Vectra, die gezien het lage gewicht van deze sportieveling meer dan efficiënt voor de dag kwamen. Daardoor gaf het geheel blijk van een grote stabiliteit bij hoge snelheden. De stuurinrichting was direct en onbekrachtigd. Het weggedrag op bochtige wegen was simpelweg sensationeel.  Hoewel er tussen 2001 en 2005 slechts 7.189 exemplaren van de Speedster werden verkocht, was hij allerminst een mislukking. Hij gaf de Duitse constructeur weer enkele jaren kleur. 

De waarde van de Speedster zit momenteel in een opwaartse spiraal... Je vindt ze vanaf 12.000 euro, maar naargelang van de staat en de versie lopen de prijzen al snel op. Daarvoor krijg je wel een betrouwbare roadster met tal van mechanische nieuwigheden uit het klassieke Opel-gamma. Een ‘must-drive’ met andere woorden. Waar wacht u nog op? Gezien de beperkte productie is de Speedster weliswaar een zeldzame verschijning. Maar je komt ze gemakkelijk tegen op hun favoriete speelterrein: trackdays en bochtige weggetjes.