Wat Aston Martin doet met de Valkyrie en wat Mercedes van plan is met de Project One, probeerde Yamaha reeds in 1992: een F1-wagen bouwen voor de openbare weg. Dat was minder gek dan het nu klinkt, want tussen 1989 en 1997 leverde de Japanse constructeur motoren aan de teams van Zakspeed, Brabham, Jordan, Tyrrell en Arrows. En dat engagement leverde de Yamaha OX99-11 op, genoemd naar de atmosferische 3,5 liter-V12 die ook dienst deed in de Formule 1.
In de Brabham BT60Y was de V12-krachtbron goed voor een piekvermogen van ongeveer 560 pk, in de Yamaha OX99-11 ontwikkelde het aan een manuele zesversnellingsbak gekoppelde blok ongeveer 400 pk (bij meer dan 10.000 toeren per minuut!). Dat volstond om de slechts 1.150 kilogram wegende supersportwagen in 3,1 seconden van 0 naar 100 km/u te jagen en om hem een topsnelheid van meer dan 350 km/u te bezorgen.
Tandem
Dat lage gewicht dankte de Yamaha OX99-11 aan de combinatie van een uit koolstofvezel opgetrokken chassis met uit aluminimum vervaardige koetswerkpanelen. De cockpit kreeg een centrale bestuurderspost, maar in tegenstelling tot een Formule 1 beschikte het interieur van deze supercar over twee zitplaatsen. De passagier zat in tandem achter de bestuurder, maar moest wel bovengemiddeld lenig zijn om via de vleugeldeuren te kunnen instappen.
Hoewel het lijnenspel een kind is van de windtunnel, doet de Yamaha OX99-11 het zonder spoilerwerk. In de neus vind je wel een geïntegreerde spoiler die de rijwind zo optimaal mogelijk over het koetswerk gidst. Voor de ontwikkeling van hun supersportwagen werkten de Japanners samen met het Britse International Automotive Design (IAD), maar na onenigheid wendde Yamaha zich tot F1-partner Ypsilon Technology om een productieversie van de OX99-11 op de weg te zetten. Er werden drie exemplaren gebouwd, daarna werd het plan in de diepvries gestoken. En daar ligt het nog steeds.
BLIJF OP DE HOOGTE VAN HET LAATSTE AUTONIEUWS!
Nieuwe modellen, tests, advies, exclusieve evenementen! Het is gratis!