Op 5 dagen tijd hebben we de 3.366 kilometer afgelegd van Santiago de Chili tot Ushuaia, de meest zuidelijke stad ter wereld. Het parcours was meer dan gevarieerd en bracht ons zowel door grote landbouwvlaktes als door de Andes-bergketen om te eindigen in Patagonië, dat we moesten doorkruisen om tot in het meest zuidelijke puntje te komen, in de stad Ushuaia. Er zijn nog wel een paar tekenen van beschaving iets verder naar het zuiden, in Chili en niet in Argentinië, zoals Puerto Navarino of Cabo de Hornos, maar deze dorpjes kunnen bezwaarlijk steden worden genoemd, terwijl Ushuaia 55.000 inwoners telt.
Gebied van contrasten
Toen we Rio Gallegos achter ons lieten, dachten we dat de dorre vlaktes waar we al 600 kilometer lang doorheen reden ons voor altijd zouden blijven volgen. Dat bleek allesbehalve het geval. Onze planeet Aarde verrast ons nog maar eens met een magistraal spektakel. Eens we de overzetboot naar het eiland Vuurland hadden genomen – dat zijn naam dankt aan de Spaanse ontdekkingsreiziger Magellaan, die vanop de Oceaan de vele kampvuren zag branden van de autochtone inwoners – veranderde de vegetatie heel plots en werd het reliëf meer gevarieerd, met diepe meren en hoge bergen. Nog vreemder is dat hier ondanks de vijandige temperaturen en winden weer wouden opduiken, in landschappen die doen denken aan de film The Lord of the Rings. Sommige bomen lijken wel dood, zo zijn ze verwrongen door de wind dat ze compleet ongeschikt zijn voor menselijk gebruik.
(Vuur)land in zicht
Wanneer we onze trip verderzetten, veranderen de grote vlaktes van Vuurland plots in bergen waarvan de toppen bedekt zijn met een dik sneeuwtapijt. We stijgen, steken een of twee bergpassen over en rijden uiteindelijk door een vallei die ons naar het doel van ons avontuur brengt: Ushuaia. De structuur van de stad verwijst naar de levensomstandigheden van deze plek en je hebt het gevoel dat je je in een Inuïtdorp bevindt, waar de huizen met golfplaten bekleed zijn. Maar de stad is groot en omvat uiteraard een forse commerciële haven en een toeristische ‘hub’, want hier ligt de toegangspoort tot de Atlantische Oceaan. Het vriest hier winter en zomer. ’s Nachts daalt het kwik nooit onder de 15 graden Celsius, maar hoewel dat draaglijk lijkt, is het toch bitterkoud door de hevige winden hier en de hoge luchtvochtigheid. Het is daarom geen verrassing dat de weg die naar hier leidt “Ruta del fin del Mundo” heet (“De weg naar het eind van de Wereld”). Deze weg is een ongelooflijke ontdekking geweest, met een onmeetbare natuurlijke rijkdom. De 3 Countrymans van onze expeditie hebben nooit een moment van zwakte gehad, bij gelijk welke hoogte en temperatuur en op gelijk welk soort weg. Er waren nochtans flink wat valstrikken waar onze dappere auto’s in hadden kunnen lopen. En ze waren niet speciaal voorbereid voor deze trip. Winterbanden, een dakrek met een reservewiel en een paar benzinetanks en dat was het. Om het te bekijken vanuit onze gebruikelijke blik: het knappe van deze ervaring danken we aan de capaciteiten van deze SUV’s, waarvan we meenden dat ze waren bedacht op de dorpels en snelheidsdrempels van onze steden. Maar ook dat klopt niet: deze auto’s zijn ontwikkeld en gebouwd voor het avontuur. Ga er dus eens ergens anders mee naartoe dan naar de parking van de supermarkt, verlaat de door files verstikte wegen en geniet. Trek op avontuur, want deze auto’s zijn nog steeds wagens voor reizen, of die nu klein zijn of zo groots als het avontuur dat wij net achter de rug hebben.
Volg onze trip via de sociale media:
De vorige delen van onze reportage
Deel 2: Tremuco – San Carlos de Bariloche
BLIJF OP DE HOOGTE VAN HET LAATSTE AUTONIEUWS!
Nieuwe modellen, tests, advies, exclusieve evenementen! Het is gratis!