Naast hun journalistieke methodologie en hun professionele perspectief binnen de autosector zijn de leden van onze redactie eerst en vooral automobilisten en gewone burgers. In 'De redactie ongefilterd' spreken ze vanuit hun hart. Vandaag is het aan Alain Devos. De AutoGids-hoofredacteur heeft het over zijn grote verzoening met de Dakar.
Wie me een beetje kent, weet dat ik een groot autosportliefhebber ben. In die mate dat ik het bij momenten ook zelf al wel eens als een soort afwijking ging beschouwen. De tijd dat ik in één weekend soms tot een half dozijn races op televisie zag, is gelukkig voorbij. Formule 1, WEC, DTM, Nascar en via een internetabonnement af en toe ook nog… drie dagen lang een rally, met een goede planning lukte dat soms echt wel.
Maar dat maakte het natuurlijk niet minder gek, wel integendeel. Ik ben ondertussen al deels afgekickt, zelfs zonder er in therapie voor te moeten gaan. Ook al barricadeer ik nog wel eens de voordeur (tegen onverwacht bezoek) als er op zondag een F1-race is. Nu goed, als niemand me de uitslag verklapt, kan ik er nu zelfs ook al ‘uitgesteld’ naar kijken.
Indy 500 of Pikes Peak?
Ik probeer elk jaar wel een Grote Prijs ter plaatse mee te maken, pik af en toe een editie van de 24 Uur van Le Mans mee en geniet ook nog altijd van de mooie herinneringen aan de Nascar- en IndyCar-bolides die ik op Amerikaanse circuits zag én hoorde voorbijrazen. Met als absolute hoogtepunt mijn allereerste Indy 500.
Alhoewel, de vooral voor Amerikaanse autogekken echt wel legendarische Pikes Peak International Hill Climb in Colorado heeft aan de muur van mijn grote autosportgeheugen ook wel een mooi kadertje gekregen.
Morele bedenkingen
Vreemd genoeg wist de Dakar, in de Afrikaanse hoogdagen toch wel een van dé topevenementen van de autosportkalender, me zelden of nooit te boeien. Het leek me vanop afstand vaak meer een oefening in navigatie dan een echte autorace. En de wedstrijd maakte in haar ondertussen al 44-jarige geschiedenis ook al veel te veel slachtoffers, onder de deelnemers en zelfs bij het publiek.
Waarop de editie 2023, door de ‘fout’ van een wellicht te veel risico’s nemende en precies daarom dodelijk verongelukte toeschouwer, helaas weer geen uitzondering op vormde. Afrika wordt sinds 2009 niet meer aangedaan en na tien edities in Zuid-Amerika wordt de Dakar sinds 2020 in Saoedi-Arabië betwist.
Met dan meteen ook weer nogal wat morele bedenkingen, maar die moet je natuurlijk ook hebben voor elk voetbalkampioenschap of elke wielerwedstrijd waarmee twijfelachtige regimes zich “van hun beste kant aan de wereld willen tonen”.
Het grote avontuur
Die knop heb ik dus ook maar even omgedraaid, toen mijn nieuwsgierigheid het won van mijn twijfels en ik begin januari het vliegtuig richting hoofdstad Riyad opstapte om daar dan eindelijk toch eens zelf enkele dagen zo’n Dakar mee te pikken. Die volstonden natuurlijk niet om er helemaal van te worden doordrongen, dat lukt ongetwijfeld alleen als je er zelf aan deelneemt.
Maar tussen twee echte rallydagen in de woestijn wist ik vooral tijdens de rustdag toch even de vermoedelijk ‘echte’ Dakar-sfeer op te snuiven. Ik bracht die door in het kamp net buiten de hoofdstad Riyad, 24 voetbalvelden groot en gedurende de wedstrijd de (rondreizende) thuisbasis van zo’n 3.500 piloten, mecaniciens en nog een heleboel ander begeleidend volk.
Het enthousiasme van die vaak in heel primitieve omstandigheden meereizende mensen bleek bijzonder aanstekelijk. Van de simpele amateur tot meervoudige winnaars, niemand voelt zich te goed om zelf de handen uit de mouw te steken voor een herstelling of om een praatje te maken met een Dakar-gewijs debuterende journalist.
Enkel respect
De editie 2023 was extra zwaar, hoorden we. Omwille van het parcours, maar meer nog door de (onverwachte) regen en de kou. Motorrijders die elke nacht maar aan enkele uren slaap toekomen of vrachtwagenpiloten die 48 uur aan een stuk in het midden van… nergens aan hun kapotte auto blijven sleutelen, het zijn misschien wel dé echte helden van de Dakar. En hoe hard ze ook mogen afzien, ze hebben allemaal al zo goed als beslist dat ze volgend jaar opnieuw willen meedoen.
Echte autosport vind ik het nog altijd niet, avontuur des te meer. En dat zal het in de echte Dakar-gloriedagen in Afrika ongetwijfeld nog veel meer geweest zijn. Jammer eigenlijk, achteraf bekeken, dat ik er toen mijn neus voor optrok. Alleen gekken veranderen nooit van gedacht, hoor ik wel eens. Vertel het voort, ik ben dus toch niet gek!
BLIJF OP DE HOOGTE VAN HET LAATSTE AUTONIEUWS!
Nieuwe modellen, tests, advies, exclusieve evenementen! Het is gratis!