Naast hun journalistieke methodologie en hun professionele perspectief binnen de autosector zijn de leden van onze redactie eerst en vooral automobilisten en gewone burgers. In 'De redactie ongefilterd' spreken ze vanuit hun hart. Vandaag vraagt Frédéric Kevers zich af of we niet gewoon 'beter' moeten leren rijden.
LEES OOK De redactie ongefilterd - overzicht
Sommigen zullen mij een oude zeur noemen of mij beschuldigen van rebellie of inconsequentie. Maar dat kan me niet schelen. Ik ga er niet prat op olie te verspillen, ik ontken elektrische mobiliteit niet en ik ben niet tegen onvermijdelijke vooruitgang. Ik betreur alleen dat we, doordat we altijd meer, sneller en politiek correcter willen doen, vergeten om over de essentiële zaken na te denken. We moeten terug naar de basis: bestuurders even verantwoordelijk maken als constructeurs en wetgevers.
Waarom alles inzetten op elektrische auto's zonder eerst na te denken over de volksdiscriminatie die dat met zich meebrengt, zonder eerst geschikte infrastructuren aan te leggen, zonder ons eerst af te vragen hoe mobiliteit efficiënter kan? Moeten we, voordat we 'theoretisch' schoner willen gaan rijden met een accu onder de billen, niet opnieuw leren om ‘beter’ te rijden?
Daarmee bedoel ik dat het overtuigender zou zijn om te investeren in meer complete, flexibele en betaalbare gedeelde en openbare mobiliteitsinfrastructuren om het aantal auto's met slechts één inzittende te minimaliseren om elke dag naar het werk te gaan of om naar de grote vrijetijdscentra te gaan (steden, parken, toeristische plaatsen, enzovoort). Minder auto's, minder vervuiling, minder risico op ongelukken, minder tijdverlies op de weg, en tijd is geld! Voor de automobilist, voor zijn werkgever, voor de staat.
Moeten we, voordat we 'theoretisch' schoner willen gaan rijden met een accu onder de billen, niet opnieuw leren om ‘beter’ te rijden?
Tegenwoordig zijn voertuigen uitgerust met een berg rijhulpsystemen en worden ze steeds zwaarder en duurder, en dus steeds minder toegankelijk voor de gewone man, die ze nochtans het meest nodig heeft om te gaan werken, naar het ziekenhuis te gaan of een bevredigend sociaal leven te leiden. Bij gebrek aan efficiënte alternatieve mobiliteit heeft de doorsnee Belg een auto nodig en moet hij of zei al te vaak een groot deel van zijn of haar koopkracht opofferen om gewoon ‘zich te kunnen verplaatsen’.
Het ombuigen van die trend door middel van toegankelijk en betaalbaar openbaar vervoer zou de koopkracht van de bevolking verbeteren, en daarmee de consumptie van goederen en diensten aanwakkeren, en dus de inkomsten voor bedrijven en overheidsfinanciën doen stijgen, enzovoort. Dus ja, dergelijke maatregelen zouden op korte termijn kolossale investeringen vergen, maar met positieve algemene sociale, economische en ecologische effecten op middellange en lange termijn. Maar begrijp me niet verkeerd, de overheid kan deze prestatie niet alleen leveren. We moeten zelf onze verantwoordelijkheid nemen en spaarzaam omspringen met onze mobiliteit. Voor niets gaat de zon op.
De dagelijkse file, de dichtgeslibde stadscentra tegen 30 km/u of de slechte wegen: veel plezier is er niet aan, zelfs niet als je houdt van autorijden, techniek of uitstapjes.
En de passie dan? Je hebt gelijk! “Een Belg wordt geboren met een baksteen in de maag en een stuur in de handen”, zei mijn vader altijd. En hij had het bij het juiste eind. Maar we moeten wel ons verstand erbij houden. De dagelijkse file, de dichtgeslibde stadscentra tegen 30 km/u of de slechte wegen: veel plezier is er niet aan, zelfs niet als je houdt van autorijden, techniek of uitstapjes.
Tenminste niet als je eerlijk bent tegenover jezelf. Is het dan niet beter om minder, maar ‘beter’ te rijden? Door de week minder kilometers maken in een ‘banale’ auto om beter te kunnen genieten van een echte plezierauto, al is die dan misschien iets minder ‘groen’ voor de momenten die echt tellen, alleen, met twee of meer personen, voor je vrije tijd of als uitzondering. Pleziertjes zijn des te intenser en kostbaarder naarmate ze zeldzamer zijn.
En als automobilisten in de toekomst gemiddeld twee, drie of zelfs vijf keer minder gaan rijden, zal hun milieu-impact navenant afnemen, zullen de kosten van autoverkeer en wegenonderhoud dienovereenkomstig dalen en zullen alternatieven voor de dure elektrische auto, zoals e-brandstoffen, des te relevanter worden. Op die manier wordt het mogelijk de bestaande modellen met verbrandingsmotor langer te behouden, met minder complexe en dus minder dure uitstootreinigingssystemen, enzovoort. Er is alleen wilskracht en solidariteit voor nodig.
En daar ligt het probleem. Maar is het geen tijd om terug te keren naar de eenvoudige dingen, naar het gezond verstand, naar de essentie?
BLIJF OP DE HOOGTE VAN HET LAATSTE AUTONIEUWS!
Nieuwe modellen, tests, advies, exclusieve evenementen! Het is gratis!