Naast hun journalistieke methodologie en hun professionele perspectief binnen de autosector zijn de leden van onze redactie eerst en vooral automobilisten en gewone burgers. In 'De redactie ongefilterd' spreken ze vanuit hun hart.
LEES OOK De redactie ongefilterd – overzicht
Onlangs liep ik door de wandelgangen van de Techno Classica-beurs in het Duitse Essen, het mekka van de oldtimerwereld. Ik kan eindeloos wegdromen bij de vaak buitensporige of gewaagde dinosaurussen op wielen die ooit over onze wegen raasden, maar nooit meer van de band zullen rollen. Enorme Amerikaanse sleeën hier, Italiaanse acht- of twaalfcilinders daar… Maar meer nog dan die mechanische excessen herinneren de eenvoudige en goedkope auto’s op Techno Classica me aan het feit dat gezond verstand een lang vervlogen concept is in de autowereld.
Terwijl de Verenigde Naties voorspellen dat er tegen 2050 maar liefst 6,6 miljard mensen in grote stadsgebieden zullen wonen en dat het aantal auto’s wereldwijd tegen 2030 de kaap van 2 miljard zal bereiken, investeren de grote autoconstructeurs niet in stadsauto’s, maar richten ze hun pijlen op kolossale SUV’s en/of elektrische berlines... die voor de meeste mensen steeds meer buiten het bereik liggen. De markt kampt met een gruwelijk gebrek aan kleine, betaalbare auto’s. Logisch ook: ze worden steeds minder winstgevend voor de historische fabrikanten, die worden klemgereden tussen hun logica van winstgevendheid... en blinde politieke overheden. En dan te bedenken dat er een tijd was dat mobiliteit, bruikbaarheid en zuinigheid perfect hand in hand gingen. Een voorbeeld? Dat Alec Issigonis op het einde van de jaren vijftig de oorspronkelijke Mini lanceerde, was een rechtstreeks gevolg van de geopolitieke spanningen rond de Suezcrisis, die tot olierantsoenering leidden en zuinige auto’s broodnodig maakten. De reden waarom er zoveel Mini’s, Fiats 500, VW Kevers en Citroën 2PK’s werden verkocht, was dat ze zuinig waren.
De markt kampt met een gruwelijk gebrek aan kleine, betaalbare auto’s.
Het toppunt is nog dat al die ingenieuze en innovatieve autootjes zijn bedacht in een tijd dat er olie in overvloed was en, belangrijker nog, dat het wereldwijde wagenpark nog maar een fractie was van wat het nu is. Zestig jaar later worden we met onze neus op de feiten gedrukt. De banken en de fabrikanten hebben alles zo georganiseerd dat de massa zich steeds grotere en duurdere auto’s kocht. De middenklasse heeft daar gretig gebruik van gemaakt, door decennialang op zoek te gaan naar almaar meer comfort en uitstraling, door boven hun behoeften en hun stand te kopen, of zelfs meerdere auto’s tegelijk te bezitten. De overgang naar elektrische auto’s maakt de situatie echter een stuk complexer.
De nieuwste zet van de grote fabrikanten is om particulieren de mogelijkheid te bieden hun auto’s te huren en/of te delen... Dat getuigt niet meer van gezond verstand, maar eerder van paniekvoetbal. Ondertussen lanceren outsiders (of visionairs) het nieuwe genre van de elektrische microwagens, denk maar aan Microlino, Silence en de Citroën Ami. Vandaag worden dergelijke voertuigen nog minachtend bekeken, maar misschien raken ze morgen ingeburgerd, zoals de Mini, 500 en 2CV in hun tijd. Of misschien zullen we gewoon geen andere keuze hebben dan ze te kopen omdat al de rest niet meer te betalen is? Wie weet, misschien leren we ervan te houden en zullen de bezoekers van Techno Classica binnen 50 jaar ze bewonderen? Innovaties hebben vaak wat tijd nodig vooraleer ze worden omarmd. Er wordt dikwijls gezegd dat de geschiedenis zich herhaalt …
BLIJF OP DE HOOGTE VAN HET LAATSTE AUTONIEUWS!
Nieuwe modellen, tests, advies, exclusieve evenementen! Het is gratis!