Naast hun journalistieke methodologie en hun professionele perspectief binnen de autosector zijn de leden van onze redactie eerst en vooral automobilisten en gewone burgers. In 'De redactie ongefilterd' spreken ze vanuit hun hart.
LEES OOK De redactie ongefilterd - overzicht
De parkeerbusiness is een ware goudmijn geworden, met de automobilist als melkkoe. Dat moest ik jammer genoeg nog maar eens vaststellen tijdens een recente gezinsreis. Onze bestemming? Een bekend themapark ten noorden van Parijs. Tickets online besteld – tegen woekerprijzen na- tuurlijk, maar daar gaat het nu even niet om – en daar staan we dan op de grote dag, met de neus van onze gezinswagen gericht naar de inrit van het parkeerterrein... Weer betalen natuurlijk. ‘Toch niet meer dan normaal?’, zul je zeggen. En misschien heb je wel gelijk. Maar een tarief van 20 euro voor één parkeerplaats, of beter gezegd voor een paar vierkante meter nauwelijks verhard oppervlak, zonder afbakeningslijnen of andere voorzieningen – over oplaadpunten zullen we maar helemaal zwijgen? Dat zet toch wel kwaad bloed. Zeker als je daarna ook een groot bord ziet staan met de tekst ‘Het park wijst alle verantwoordelijkheid af in geval van schade aan of diefstal van het voertuig’. Voor dat soort bedragen zou een mens toch op zijn minst een minimum aan beveiliging mogen verwachten, niet?
Weinig zin om er veel woorden aan vuil te maken: overal wordt parkeren almaar duurder.
Een ander voorbeeld, dichter bij huis, op een steenworp van het grootste station van Brussel. Ook daar is de parking te betalen, want eigendom van een gespecialiseerd bedrijf. Privédomein dus, waar alleen het parkeren voor de duur van een treinreis je meer kan kosten dan diezelfde verplaatsing te maken over de weg, met je eigen voertuig. Om nog maar te zwijgen van de prijs van het treinticket zelf... Tot zover de maatschappelijke doelstelling om de multimodaliteit te bevorderen! Soit... Het heeft weinig zin om er veel woorden aan vuil te maken, want de praktijk is intussen goed ingeburgerd. In de buurt van stations, luchthavens, ziekenhuizen, cultuur-, sport- en zelfs winkelcentra, om nog maar te zwijgen van stadscentra en randsteden, overal wordt parkeren almaar duurder. Nu, ik ga niet in twijfel trekken dat betaald parkeren in bepaalde gevallen gerechtvaardigd is, en dat de gevraagde parkeertarieven soms een afspiegeling kunnen zijn van de kosten die lokale overheden of bedrijven moeten maken om die service te kunnen verlenen... Hoewel die balans in het voorbeeld van het themapark dat ik eerder aanhaalde, me toch niet helemaal in evenwicht leek.
Maar wat me vooral stoort, is dat al deze goed geoliede businessmodellen nog steeds alleen betrekking hebben op de auto, een vervoermiddel dat makkelijk te controleren is en deel uitmaakt van een goed geïnventariseerde vloot, op basis waarvan je dus veel geld kunt verdienen. Ik vraag me af wat er gaat gebeuren met de komst van zachte mobiliteit? Wanneer de auto verbannen zal zijn van plaatsen waar hij te veel ruimte inneemt, en we niet meer zullen weten waar we onze fietsen of steps moeten neerzetten? Zullen fietsers en steppers dan ook moeten betalen om te parkeren? Zal het parkeertarief dan in verhouding staan tot de werkelijke ruimte die zo’n tweewieler inneemt? En ten slotte, hoe zullen de uitbaters van de enorme parkeergarages – die momenteel nog volop het onderste uit de kan halen, intussen ongetwijfeld vanuit het diepste van hun hart biddend dat morgen iedereen nog een (of meer) auto(‘s) zal hebben om te parkeren – dan nog winst maken? Eén ding is zeker: intussen blijft de prijs van garages en parkeerplaatsen in de stad stijgen. Sterker nog: in de vastgoedwereld wordt beweerd dat het hier nog steeds gaat om een van de meest winstgevende investeringen die er bestaan...
BLIJF OP DE HOOGTE VAN HET LAATSTE AUTONIEUWS!
Nieuwe modellen, tests, advies, exclusieve evenementen! Het is gratis!