Detailtests / 2024 Alfa Romeo Junior Elettrica (Speciale)

Wat het rijgedrag betreft, waren we in eerste instantie even teleurgesteld. Voor alle duidelijkheid: dat lag niet zozeer aan de auto, maar wel aan ons referentiekader. Vlak voor onze testweek met deze gewone Junior Elettrica hadden we de Elettrica Veloce in allerlei extreme omstandig­heden kunnen testen. Daarbij waren we danig onder de indruk geraakt van de scherpe en precieze manier waarop de sportiefste Junior instuurde, en van de manier waarop zijn voortrein de kracht van de motor wist te verwerken – met dank aan zijn Torsen-differentieel.

Nadat beide voeten opnieuw op de grond stonden, gingen onze gedachten terug naar de Volvo EX30, voor ons dé grote concurrent van deze Alfa Romeo Junior. De Volvo had ons eerder dit jaar verrast door zijn aangename, bij momenten zelfs dynamische rijgedrag. Maar hij had tegelijkertijd ook stevig op onze zenuwen gewerkt door zijn te vaak bemoeizuchtige rijhulpsystemen. Dat doet de Junior een stuk beter. Niet dat de Alfa Romeo ervan bespaard blijft, maar de interventie van bijvoorbeeld de spoorassistent is in de Italiaan veel minder ingrijpend.

Stuurmansauto

Meer nog, sommige van zijn veiligheidssystemen werken het rijplezier zelfs in de hand, in plaats van het aan banden te leggen. Tijdens de test met de Junior Veloce was ons bijvoorbeeld opgevallen hoe de rijassistenten op een glibberig wegdek onderstuur meesterlijk wisten om te zetten in overstuur. Met dank aan het ESP, dat de instinctieve fout van de bestuurder – ­namelijk nog meer gaan sturen – counterde en de auto meteen in een gemakkelijk te controleren overstuur bracht. Een gedrag dat onze Elettrica Speciale kopieerde, zij het wel iets minder spontaan. Iets voor specialisten, zeg je? Misschien, maar voor ons alleszins een reden om de Junior toch het predicaat ‘stuurmansauto’ te gunnen.

Net als in elke andere Alfa Romeo kun je in de Junior ook kiezen voor verschillende rijmodi. In dit geval heten die Dynamic, Natural en Advanced Efficiency – vandaar dat ze het bij Alfa hebben over DNA-modi. Met die programma’s worden het stuurgevoel, de respons van het gaspedaal en de werking van het rempedaal aangepast. Wanneer het over stuurgevoel gaat, wordt ‘dynamisch’ of ‘sportief’ nogal eens ­verward met ‘zwaar’ en ‘nerveus’.

Advanced Efficiency

Niet zo in de Junior, waarmee het in alle modi aan­genaam sturen blijft. Voor het overgrote deel van de testweek bleef de DNA-knop echter in Natural, de stand die volgens ons het best beantwoordt aan de behoefte van de kilometervreter die net dat beetje meer wil. Van de Advanced Efficiency-modus vragen we ons daarentegen af wat het nut is. Het verbruik en bijgevolg ook het rij­bereik verbeteren? Misschien, maar dat weegt naar ons gevoel niet op tegen het verminderde remgevoel. Deze modus zet in op een maximale recuperatie, met als onprettige bijwerking een inconsistent aanvoelend rempedaal. In de Dynamic-modus zijn de remmen veel beter doseerbaar.

De Alfa Romeo Junior staat standaard op achttienduimvelgen. Een economischere keuze dan de grote twintigduimers van sommige concurrenten, dat zeker. Maar ze komt ook het comfort ten goede, want deze Italiaanse cross-over biedt een uitstekend compromis tussen comfort en rijgedrag. Lange ritten – voor zover je daarvan kunt spreken gezien het reële rijbereik – vormen dan ook een plezier. Alleen bij het nemen van een verkeersdrempel voel je hoe stug de achtervering is, wat iets minder aan­genaam is voor wie achterin zit.