Model Audi A4 2025

De vijfde generatie van de A4 stamt uit 2015 en kreeg in 2019 een midlifefacelift. Een opwaardering die niets afdeed aan het prima afgewerkte interieur, dat echter niet uitzonderlijk ruim is, en sowieso eerder geschikt voor vier dan voor vijf personen. Audi besteedt wel veel aandacht aan de connectiviteit, zonder te ver te gaan in de digitalisering van zijn interface. Het aluminium onderstel van de A4 laat de keuze tussen twee types ophanging: de gewone set-up en een sportieve versie, met kortere veren. Verder is een adaptieve schokdemping verkrijgbaar. De voortrein stuurt snedig en de stuurinrichting vertoont een lineaire en precieze werking, ondanks een gebrek aan feedback.

De A4 is vrijwel enkel nog beschikbaar met tweeliters, te bestellen als TFSI dan wel TDI, maar allemaal voorzien van mildhybride technologie. Het vermogen schommelt daarbij tussen 136 en 265 pk. De enige variatie op het thema komt van de sportieve S4 en zijn drieliter-diesel (!) van 341 pk. Die V6 is trouwens ook de enige van de familie die het doet met een klassieke achttrapsautomaat; alle andere A4’s vallen terug op de gerobotiseerde S-Tronic-versnellingsbak met dubbele koppeling. In tegenstelling tot bij de A6 en de A8 – en tot bij zijn aartsrivalen bij BMW en Mercedes – is van een fiscaal aantrekkelijke plug-inhybride wel geen sprake in het A4-gamma.

De vijfde generatie van Audi’s populairste model baart weinig opzien in de straat, maar onderhuids is de A4 hypermodern. Ongeacht of het gaat om zijn aandrijflijn, zijn uitrusting of zijn connectiviteit. Het enige wat de A4 écht mist, is een plug-inversie.