Model MINI Cooper 5 door 2024

Anders dan de Electric-versies wordt de in 2024 gelanceerde Mini Cooper op benzine nog altijd in Oxford gebouwd, op basis van het (weliswaar vernieuwde) platform van zijn voorganger. Aan de buitenkant is dat er niet aan te zien, want de benzine-Cooper deelt zijn, opvallende dak- en spiegelkleuren en een aantal nieuwe accenten zoals de zeshoekige achterlichten met de elektrische gedaante.
Dat telt ook voor het interieur, waar de algemene look met die prachtige digitale tellerschijf pal in het midden werd overgenomen, maar de deurpanelen en de ventilatieroosters de oudere genen verraden. Voor duurzaamheid is de bekleding van stof en het interieur baadt in minimalisme. De bescheiden koffer van 210 liter is uitbreidbaar tot 725 liter.

Er is voorlopig keuze uit de basisversie Cooper C met een 156 pk sterke driecilinder-turbomotor en de Cooper S met een viercilinder van 204 pk. Beide modellen bieden nog steeds de typische Mini-rijervaring, met een focus op wendbaarheid en rijplezier. Dat is zeker het geval voor de 231 pk sterke sportieve John Cooper Works-variant. Mini brengt ook nog altijd een langere vijfdeursversie met meer ruimte voor passagiers en bagage. De vele opties, zoals 3D-navigatie met verhoogde realiteit of het pakket ‘Driving Assistant Plus’ met uitgebreide camera- en radargebaseerde assistentiesystemen, kunnen de prijs wel fors opdrijven.

De Mini’s op verbrandingsmotor zijn overgangsmodellen tot de Engelse fabriek overschakelt op alleen nog elektrisch (in 2030). Desondanks blijft het gokartgevoel, de unieke personalisatie – en de hoge prijs die je daarvoor betaalt – overeind, met een verschroeiende JCW als climax.